Parlementariër Ebu Jones (NDP) heeft de afgelopen dagen fel uitgehaald naar meerdere ministers over de situatie in Wageningen. Specifiek richtte hij zijn pijlen op de minister van Volksgezondheid en de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), met beschuldigingen die zowel publieke als politieke kringen hebben beroerd.
In het middelpunt van het dispuut staat Jones’ uitlatingen waarvan de minister van Volksgezondheid claimt dat deze voortkomen uit persoonlijke frustraties over een afgewezen sollicitatie voor een positie bij het Mungra Medisch Centrum (MMC) te Nieuw Nickerie, een beschuldiging die Jones krachtig ontkent.
Jones deed deze controversiële uitspraken in de media, waarin hij de competentie van MMC’s leiding en van de minister van Volksgezondheid in twijfel trok. Hij verwijt de minister liegen en incompetentie, onder meer door te stellen dat de gezondheidszorg in Suriname ernstig achteruit is gegaan onder zijn leiderschap.
De parlementariër verdedigt zijn kritiek als zijnde gebaseerd op gedegen onderzoek en bekritiseert de regering verder over haar rol en reacties op de situatie in Wageningen, inclusief het beheer van publieke middelen en de aanpak van de Covid-19 pandemie.
Een aparte twist in het debat ontstond rond het vermeende particuliere initiatief in Wageningen, waar Jones de ministers beschuldigde van het plaatsen van zwaar materieel zonder publieke rechtvaardiging. Hij stelt dat achter deze ‘particuliere initiatieven’ eigenlijk politieke figuren schuilgaan, insinuerend dat er sprake is van corruptie.
De confrontatie verhevigde toen de minister van LVV werd geconfronteerd met de beschuldigingen van Jones. De minister nodigde Jones uit tot het doen van meer onderzoek alvorens namen te noemen. Jones bleef echter bij zijn standpunten, verwijzend naar de conditie van wegen naar rijstvelden als bewijs van oneerlijk beleid dat bepaalde groepen bevoordeelt.
Deze diepgaande controverse legt de onderlinge verhoudingen binnen de politieke en bestuurlijke machten in Suriname bloot, waarbij beschuldigingen van oneerlijkheid, incompetentie, en mogelijk corrupte praktijken worden geuit. Beide zijden blijven bij hun standpunten, wat suggereert dat deze kwestie nog niet snel opgelost zal zijn.