Met de goedkeuring met algemene (36) stemmen door het parlement van de wijzigingen in de Wet Minimumloon, zal het advies dat de Nationale Loonraad (NLR) voortaan over het algemeen minimum uurloon uitbrengt aan de minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW&J) niet langer bindend zijn.
De gewijzigde wet biedt nu de minister belast met arbeidsaangelegenheden de ruimte om op basis van het uitgebrachte advies van de Loonraad een eigen voorstel voor een algemeen minimum uurloon voor te leggen aan de Raad van Ministers te goedkeuring.
De gewijzigde wet voorziet verder erin dat de Loonraad in plaats van tweejaarlijks nu jaarlijks uiterlijk op 31 december, doch niet later dan 31 maart van het daaropvolgende jaar advies moet uitbrengen over het minimumloon.
De NLR krijgt ook een secretariaat voor technische ondersteuning. Het secretariaat wordt bemenst door maximaal 5 deskundigen en staat onder leiding van de secretaris van de NLR. In de gewijzigde Wet Minimumloon is ook opgenomen dat de NLR voor een zittingsperiode van 6 jaar wordt ingesteld, met dien verstande dat om de 3 jaar op voordracht van de minister, de vakbeweging en het bedrijfsleven drie leden worden vervangen. Deze 3 leden kunnen herbenoemd worden.
Na publicatie in het Staatsblad van de gewijzigde Wet Minimumloon zal de minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken per beschikking het nieuwe algemene minimum uurloon voor 2024 bekendmaken. De regering heeft deze week het voorstel voor het nieuwe algemeen minimum uurloon goedgekeurd. Deze is vastgesteld op SRD 49,12. Dit was ook het advies van de NLR. Het nieuwe algemeen minimum uurloon gaat per 15 maart in.
SS