Al jaren is bekend waar het wrak van het mythische Spaanse galjoen San José ligt, maar pas nu wordt bijna vijf miljoen dollar vrijgemaakt om het 600 meter diep te gaan opvissen.
Tot dusver hielden legale en diplomatieke disputen dat tegen. Enkele geschillen blijven tot vandaag lopen. De Spaanse driemaster werd in 1708 tot zinken gebracht bij het Isla de Barú, bij Cartagena in Colombia. Het viel daar in een hinderlaag van Engelse schepen.
Aan boord bevonden zich 600 mensen en een grote schat aan goud, zilver en juwelen uit Bolivia, die de oorlog van Spanje moesten helpen financieren. Vooral de naar schatting 11 miljoen gouden munten maakten van het wrak de heilige graal van de scheepswrakken.
In de lente begint het duiken. De overheid wil niet samenwerken met privé-investeerders en ze kocht in 2021 een gesofisticeerde robot aan om op die diepte te kunnen werken. Niet alleen de enorme schat, maar ook het dagelijkse leven aan boord en de bewapening interesseren de onderzoekers.