Tijdens de afsluiting van openbare hoorzittingen door het Internationale Gerechtshof over het Israëlische beleid in de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem, hebben Spanje en de Malediven hun bezorgdheid geuit en opgeroepen tot een einde aan de straffeloosheid die Israël geniet in strijd met internationaal recht. Deze zittingen, die zijn voortgekomen uit een resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in december 2022, waren gericht op het beoordelen van de juridische gevolgen van Israëls acties.
Spanje bekritiseerde Israël’s voortdurende controle over Gaza, ondanks de terugtrekking in 2005, en schond volgens hen meerdere internationale wetten, waaronder het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Ook benadrukten zij dat het vestigen van diplomatieke missies in Jeruzalem een bedreiging vormt voor de wereldvrede.
Fiji, aan de andere kant, pleitte bij het Hof om geen advies te geven, wijzend op het recht van Palestijnen op zelfbeschikking versus het recht van Israël om te bestaan binnen veilige grenzen. Ze benadrukten de noodzaak van wederzijdse respect en directe onderhandelingen tussen de partijen, zoals voorgeschreven door de Oslo-akkoorden, en bekritiseerden de oproep voor de onvoorwaardelijke terugtrekking van Israël als een schending van bestaande overeenkomsten.