In een interview met Dagblad Suriname deelt Antoon Karg, vooraanstaand politicus van de partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO) en tevens advocaat, zijn kritische visie op de aard en wettelijkheid van regeringsvergaderingen. Karg deelt deze observaties temidden van een aanhoudende debat over de positie en legitimiteit van deze vergaderingen ten opzichte van de reguliere bijeenkomsten van de Raad van Ministers.
Volgens Karg is de term “regeringsvergadering” pas achteraf, specifiek in 1996, ingevoerd door een Besluit Vormgeving Wettelijke Regelingen, Staats- en Bestuursbesluiten. Dergelijke vergaderingen vinden plaats wanneer de president, ondersteund door artikel 110 sub d. van de Surinaamse grondwet, besluit speciale sessies van de Raad van Ministers te beleggen. “Dit had volgens de Grondwet een uitzonderlijke maatregel moeten zijn”, benadrukt Karg.
Karg voert aan dat die huidige praktijken een versterking van de uitvoerende macht impliceren, iets wat potentieel ongepast is vanuit een bestuursrechtelijk perspectief. “Eigenlijk wordt hierdoor de rol van de president meer imperiaal, door bevoegdheden te verruimen buiten de reguliere Raad van Ministers om”, voegt hij toe.
De zorg is mede dat het Staatsbesluit, een product van de uitvoerende macht zelf, te veel macht en onduidelijkheid schept. Karg wijst op de problematische aard van dit verschijnsel, inclusief de praktijk van geheime fondsen en de goedkeuring van excessieve kosten door het Kabinet van de President. “Deze handelingen vragen om een meer formele wetgevingsprocedure, met duidelijke grenzen en regelgeving die worden geschetst door de Nationale Assemblee”, stelt Karg.
Hij pleit voor urgentie bij het aanpakken van deze kwestie, met voorstellen om de regeringsvergaderingen te omvatten in een wettelijk kader, compleet met een uitgebreide Memorie van Toelichting, of op zijn minst, het beperken van dergelijke vergaderingen tot strikte uitzonderingsgevallen. Karg benadrukt het belang van een transparante aanpak, die de grenzen van de presidentiële macht respecteert en bewaakt.
Door zijn vastberaden oproep tot herziening onderstreept Karg de noodzaak van een evenwichtig bestuur, waarin de scheiding der machten wordt gehandhaafd ter bevordering van een gezonde democratie in Suriname.