Het is zelden goed

Wanneer de koers stijgt in Suriname is het een groot probleem, maar wanneer het daalt dan is het ook een probleem. De koers voor de dollar is de afgelopen dagen met een ongekende kentering gedaald. Allerlei theorieën komen er nu aan te pas om de daling te verklaren. Er zijn twee uitersten in al de verklaringen. 

Een is de verklaring van een functionaris van de Centrale Bank op de radio die aangeeft dat de daling van de dollar werd verwacht, maar niet zo snel. Een andere uiterste klinkt als te zijn van iemand die zo dom is als het achterste van een varken, die als een verklaring vindt, dat er dollars moeten worden binnengehaald voor een hoeveelheid cocaïne uit Suriname die ergens in Europa zou zijn gepakt in een haven. Het smokkelen van drugs uit Suriname zou zijn verijdeld.

Alle verklaringen die wijzen in de richting van een scenario van de cambio’s om verhoogd dollars binnen te halen kloppen niet, omdat de commerciële banken en de CBvS nog hogere koersen hanteren en het niet bekend is dat deze banken geen valuta inkopen. En het is eenmaal bekend dat personen die valuta moeten inwisselen, steeds op zoek gaan naar de hogere koersen. Dat geldt zowel voor toeristen als personen die een dollarinkomen hebben of een gift ontvangen van familie of vrienden uit het buitenland. 

We hebben hier een keer aangehaald dat er toeristen zijn van Surinaamse komaf die met een taxi cambio’s en bepaalde supermarkten aflopen op zoek naar de hoogste koers. Het moment dat er elders in Paramaribo nog koersen zijn te vinden die hoger zijn dan elders, dan zal men naar die plekken gaan. Het is dus geen verklaring dat de cambio’s koersen hebben laten dalen om dollars op te zuigen, onder de gegeven omstandigheden gaat dat verhaal niet op. 

Er zijn officiële geluiden die aangeven dat er een overschot aan dollars op de valutamarkt is. Dat moet volgens een functionaris het logische gevolg moeten zijn van een aantal ontwikkelingen op de valutamarkt die te maken hebben met de vraagzijde van de dollars. Een aantal actoren die op zoek gingen naar de dollar en daardoor de koers opdreven, oefenen deze vraag niet meer uit. Daardoor zou (op maandbasis) een spatie zijn van minimaal tussen de 10 en 15 miljoen USD. 

Nu is het zo dat over het algemeen een overschot van US-dollars in de juiste handen niet moet zorgen voor storingen van de wisselkoersen, want dat geld wordt dan of in de reserves gezet of ze worden geïnvesteerd en belegd door de financiële instituten. Dat is zo in gezonde samenlevingen en in Suriname schijnt dat niet zo te zijn. In Suriname zijn er instituten die de dollar zien als een handelsgoed. In gezonde economieen is de dollar geen handelsgoed. Cambio’s in westerse landen zijn er primair voor vreemdelingen die in dat land werken en toeristen die met vreemd geld komen. Het is primair een service naar deze groepen burgers toe. Ze kennen geen burgers van dat land als klant. 

De verhouding tussen de bekende valutasoorten (dollar en euro) en de valuta van het land waarin de cambio’s zich bevinden worden niet door deze cambio’s bepaald maar door grotere economische wetmatigheden. De cambio’s zijn in deze landen zogenaamde prijsnemers, ze bepalen de prijs niet. In Suriname is dat niet zo, hier zijn de burgers de voornaamste klanten van de canbio’s. De Surinaamse munt is geen onderdeel van de wereldeconomie, haar prijs wordt ook niet door aandelenbeurzen etc. beïnvloed. Het wordt beïnvloed of door de Centrale Bank die de cambio’s dwingt mee te gaan, omdat ze genoeg dollars en euro’s kan aanbieden aan de grote vragers, of door de cambio’s wanneer de Centrale Bank niet genoeg dollars heeft. De commerciële banken zitten tussen de bandeloze cambio’s en de tandeloze regulator die geen middelen heeft (de CBvS). Maar geheel in het midden zitten de banken wat betreft valuta-aangelegenheden, dan hebben ze de neiging om eerder de cambio’s als prijszetten te accepteren dan de centrale bank. Ze gaan dus de opportunistische onethische weg op om de eigen economie pootje te lichten waar nodig. 

We hebben eerder hier aangegeven dat de inborst van de cambio’s niet strookt met de formele wereld, business ethiek en zich conformeren aan sturing door de centrale bank. De poging van voormalig president Venetiaan om deze cambio’s te kerstenen tot goede christenen is voor een groot deel mislukt, het zijn cowboys gebleven, Het enige wat is veranderd is dat wat ze in het openbaar deden, ze nu open en bloot mogen doen met een bordje ‘cambio’ op de deur. Hun beleidskeuzes zijn niet onderworpen aan standaardisering en controle. Steeds wanneer de regering en de wetgever in die richting durven te gaan, dan is er herrie in de zaal, met name in de ’s lands vergaderzaal, waar dan de handlangers van de cambio’s dan van leer trekken. 

In Suriname is er een politieke verdeeldheid over de rol van de dollar in de Surinaamse economie. Er zijn groepen die vinden dat de dollar geen handelsgoed is maar een betaalmiddel, een meer convertibele munt dan de Surinaamse dollar. Daarop was ook de gehekelde Valutawet van 2020 gebaseerd. De huidige coalitie is voorstander van de dollar als handelsgoed. Dat betekent dat men ermee mag speculeren, en dat men het niet verplicht is om het steeds aan het publiek aan te bieden. 

Een bekende econoom heeft in elk geval laten blijken dat een stabiele en voorspelbare wisselkoers van belang is. Hij vindt dat een daling van de koers zonder daartegenover economische prestatie ‘geen positief teken’ is. Gezond is volgens hem dat ‘de koers ‘structureel en geleidelijk’ daalt. De econoom vindt dat er niet meer dollars worden verdiend, maar er kunnen ook besparingen zijn die evenveel effect kunnen hebben. De econoom vindt in het binnenhalen van geleende dollars en een afname in de koopkracht de oorzaken van de daling.

De koopkracht van de bevolking om dollars te kopen is wel een vreemde verklaring van wisselkoersen, maar Suriname is wat dat betreft door de illegaliteit en informaliteit als norm, geen normale situatie. Het is wel logisch als door daling van de koopkracht, minder goederen worden geïmporteerd. 

In elk geval is weer duidelijk geworden dat Suriname traumatisch en geobsedeerd is wat betreft de wisselkoers. Dat is geen gezonde situatie, alleen al als we vergelijken met Guyana en Trinidad. Het dollarprobleem is gelijk te stellen aan het probleem in de Surinaams mens, zijn inborst.

error: Kopiëren mag niet!