In 2011 kampte Suriname met een golf van controverse door een nieuw geschiedenisboek, gericht op basisschoolleerlingen, waarin een foto te zien was met de tekst “Bouterse Moordenaar”, verwijzend naar president Desi Bouterse. Deze verwijzing, tezamen met de passages over de beruchte Decembermoorden in 1982, waarnbij Bouterse betrokken was, brak een sterk debat aan over de integriteit van historische weergave en de vrijheid van expressie.
De reactie uit de gemeenschap, vooral van Bouterse’s aanhangers, dwong minister van Onderwijs Raymond Sapoen de distributie van het boek op te schorten. Hoewel Sapoen beweerde dat er geen sprake was van censuur, wijzen de ontwikkelingen op een dieper ongemak binnen de Surinaamse politiek aangaande confrontatie met het verleden.
De situatie intensiveerde toen Bouterse het ontslag eiste van onderwijsdirecteur Robert Soentik, puur vanwege de inhoud van het boek. Dit trok een brede lijn in het zand, die verder ging dan de vraag naar de aanvaardbaarheid van bepaalde educatieve materialen; het werd een test voor de grenzen van politieke invloed en het recht op vrije meningsuiting.
De NDP, Bouterse’s partij, viel het boek hard aan, specifiek de foto van het protestbord. Ze beschuldigden het van geschiedvervalsing en bekritiseerden sterk de vertegenwoordiging van recente historische gebeurtenissen. Hiermee raakt men aan een kernpunt: wie bepaalt uiteindelijk hoe de geschiedenis wordt verteld en wie heeft de autoriteit om die vertellingen in twijfel te trekken of te veranderen?
Oud-president Desi Bouterse is definitief veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn rol bij de Decembermoorden in 1982. Het Hof van Justitie in Suriname heeft de oud-president van het land in hoger beroep veroordeeld. Bouterse (78) zelf was niet bij de uitspraak aanwezig. Hij is thans voorvluchtig en staat op de opsporingslijst.
De druk die werd uitgeoefend op Sapoen en het ontslag van Soentik illustreren niet alleen de macht die een zittende president kan uitoefenen, maar werpen ook een schaduw over het onderwijssysteem en de mate waarin het vrij kan opereren zonder politieke inmenging.
Wat dit incident vooral benadrukt, is de precaire lijn tussen het verdedigen van nationale waardigheid en het uithollen van fundamentele rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting. De geschiedenis, hoe pijnlijk of controversieel ook, moet kunnen worden onderzocht en besproken – vrij van politieke inmenging. Wanneer politieke machten boeken censureren of dreigen met ontslag om kritische passages te verwijderen, wordt een gevaarlijk precedent geschapen.
Laat de pen het zwaard overtreffen
Deze situatie in Suriname dient als een herinnering aan het belang van onderwijs als een ruimte voor exploratie en begrip, niet als een terrein voor politieke strijd. Laat de pen het zwaard overtreffen in de klas, laat leerlingen kennis maken met alle facetten van hun geschiedenis, hoe ongemakkelijk die ook mogen zijn. Alleen door het volledige spectrum van het verleden te begrijpen, kunnen we hopen op een toekomst waarin vrede, gerechtigheid en verzoening heersen.