We hebben enkele dagen terug een tafereel gehad op de universiteit die viraal is gegaan en waar mensen hun mening hebben gegeven zonder op de hoogte te zijn van het hele relaas. De beelden die viraal zijn gegaan, zijn van een schreeuwende en gierende student die bijna leek een winti te hebben gehad. Dan gaat het beeld naar de tafel van de regering en kennelijke leidinggevenden. We zien een minister die aanvankelijk rustig is, maar op het punt is zijn ‘composure’ te verliezen.
Maar wat alles slaat is de belachelijke houding van de hoogste ambtenaar en regeringsfunctionaris van het land aan tafel. Met een lichte smile omdat de minister van de VHP onder vuur ligt, is hij bezig net een kwajongen van de LBGO het geheel te filmen. Het doet denken aan de kwajongens die allerlei vechtpartijen van jongeren filmen en dat op social media posten Soms worden kwetsbare personen mishandeld en zijn er dan nog mensen die in plaats van collectief de zaak te helpen sussen, hun telefoon halen om de zaak te filmen. Er is in Suriname een oude uitdrukking om zulke figuren met kleine-jongens-gedragingen uit te drukken: vriendje. Met andere woorden, met zijn waardeloze handeling om een minister in de steek te laten, zich duidelijk van hem te distantiëren, de zaak te filmen en impliciet op populistische wijze de kant van de studenten te kiezen, heeft de vp zich gedragen als een vriendje.
Het is een kwalijke zaak dat hij de minister van Onderwijs in de steek heeft gelaten en na heeft gelaten om in conclaaf met de minister te treden. Het is laag hoe de vp duidelijk en voelbaar afstand heeft genomen van de minister. Door zijn houding heeft hij de studenten het signaal gegeven dat de minister verkeerd bezig was en heeft hij bewust gehandeld om de publieke opinie te beïnvloeden en de populaire jongen uit te hangen. De vp heeft op de campus niets anders gedaan dan bewust de positie van de Onderwijs-minister te ondergraven.
We hebben het eerder gehad over de manieren van de vp, te vergelijken met de boze medicijnman die dorpshoofd wil worden in de Tarzan-verhalen. Wat allemaal bevestigt dat de vp bezig is geweest om de Onderwijs-minister zijn gezag te desavoueren en ondergraven en zelfs als de redder in de nood op te treden, is de actie van hem om apart van de Onderwijs-minister, een studentendelegatie te ontvangen en hen naar de mond te praten. Dit alles bevestigt het vriendjesgedrag van de vp.
Er is geen politieke eenheid binnen de coalitie en de grootste oorzaak van het gebrek aan genoeg slagvaardigheid en efficiëntie van de regering is de houding van de vp die niet heeft kunnen accepteren dat hij totaal geen zelfstandige executieve taken heeft vanuit de Grondwet. Hij is niets anders dan de vervanger van de president. Zijn positie is te vergelijken met die van een plaatsvervangende of ondervoorzitter van een vereniging. Die heeft ook geen zelfstandige taken vanuit die hoedanigheid maar heeft alleen afgeleide taken wanneer de voorzitter afwezig is. Overigens, de wijze waarop de vp zich triomfantelijk laat portretteren met de studenten daags na het incident en het bericht dat hij de ether instuurt via zijn propagandamachine bevestigen alleen de uitdrukking die we als titel van dit stuk hanteren.
Niet relevant, maar toch wel nuttig om op te merken is dat onze studenten moeten leren dat schreeuwen op straat gepast is, maar niet binnen de muren van de universiteit. Daar moet men niet met geschreeuw maar getraind worden om met rede en zaken op papier partijen te overhalen en te overtuigen. Het gedrag van de studenten is niet gepast binnen een geordende universiteit met goede kundige docenten. Als docent zou men zich wel moeten schamen dit gedrag te hebben helpen kweken.
Verder vinden wij dat de studenten wel reden kunnen hebben om ontevreden te zijn met het reilen en zeilen of de prijzen die een campus hanteert. Van leefgemeenschappen, en dat is een campus wel, is niet veel gevraagd dat de bewoners inspraak hebben in hun leefomgeving. Daarvoor behoort men, ongeacht of men betaalt of niet, in overleg te zijn met de beheerders van de campus. De beheerders moeten dat wel beseffen en daarvoor bereid zijn, waarbij rekening wordt gehouden met de college-uren van de studenten. Echter vinden wij het te ver gaan dat studenten het vertrek van een campusdirecteur eisen, zover gaat de inspraak van de studenten niet, vooral niet om de bezwaarpunten die hier aan de orde zijn. Het is dus duidelijk dat deze studenten hun plaats, hun rol en de omvang van hun inspraak, verkeerd inschatten. Dit soort ondoordachte acties hoort thuis op straat bij de ongeschoolde massa, niet bij academische studenten. Of…de studenten zijn aangestuurd van ergens om herrie te schoppen met een bepaald doel. Dan is er misbruik van deze studenten gemaakt.
Ter afsluiting even de reactie van de Onderwijs-minister. De minister heeft gelijk dat studenten in principe niet bepalen wie directeur van de campus wordt. Maar het lijkt ons niet de juiste reactie van een rijpere minister onder de gegeven omstandigheden waar de studenten door geschreeuw uit waren om de minister uit te lokken of de confrontatie met hem aan te gaan. De minister had het pad van de confrontatie moeten vermijden en niet in debat gaan met de studenten. Hij had het moeten laten bij algemene mededelingen en later onder meer gecontroleerde en rustige omstandigheden de zaak met de studenten bespreken na overleg met de president bijvoorbeeld.
De minister heeft duidelijk zijn ‘composure’ verloren en heeft hier en daar opmerkingen gemaakt die begrepen kunnen worden als geen respect hebben voor jonge mensen en studenten. Een minister van Onderwijs moet zich niet verheven opstellen boven de studenten maar alle barrières met jonge mensen slopen. Dat is niet met een wip en een zucht te bereiken, maar vereist een ‘training afzakken op de maatschappelijke ladder’. In tijden van confrontatie maar ook in tijden van vrede komt dat dan van pas.