In De Nationale Assemblee is gisteren een heel interessante wet in behandeling genomen, namelijk een wet die gaat over de bescherming van uitzendkrachten. Uit de vergadering van gisteren bleek dat er in 2017 een wet is aangenomen voor de bescherming van uitzendkrachten. In deze relatie zijn volgens de commissie van rapporteurs 4 partijen van belang: uitzendkrachten, uitzendbureaus, inleners en de overheid met name de Arbeidsinspectie.
Uitzendkrachten zijn heel kwetsbare werknemers. Er wordt ook gezegd dat er sprake is van slavenarbeid, omdat de uitzendkrachten niet goed worden betaald. Nu blijkt ook dat dezelfde overheid die regels maakt voor uitzendbureaus, en op de naleving moet toezien, ook betrokken is bij de uitbuiting van de overheid. Er is aangegeven dat er uitzendkrachten die de hele dag werken en de hele week, SRD 2.000 aan loon verdienen. Het minimumloon nu is SRD 35. In de praktijk van de HRM word voor een volle maandloon gebruik gemaakt van ongeveer 180 uren. Dat betekent dat deze uitzendkrachten SRD 11 per uur verdienen. Dat is 2/3 minder dan het minimumloon verdienen. De vraag rijst wie allemaal daarbij verantwoordelijk zijn.
Wij menen dat zowel het uitzendbureau, maar meer nog degenen die gebruik of misbruik maken van de uitzendkrachten, verantwoordelijk zijn voor de uitbuiting. Degenen die misbruik maken van de uitzendkrachten hun arbeid en hun kracht, kennis en kunde, is degene die de uitzendkrachten inleent. Deze bedrijven worden inleners genoemd. Uitzendkrachten zijn in Suriname bekend als de goedkope arbeidskrachten. Uitzendkrachten zijn in principe geregistreerde werkzoekenden. Het zijn tijdelijke krachten die voor tijdelijke arbeid worden ingezet in bedrijven die tijdelijke krachten nodig hebben. We menen te weten dat in onze krant het Arbeid-ministerie eens een bekendmaking had geplaatst om de burgerij te informeren wat de gevallen zijn voor tijdelijke arbeid. In de bekendmaking waren voorbeelden gegeven.
Wij weten in de kleine Surinaamse samenleving dat uitzendkrachten worden ingezet voor plekken in bedrijven die geen tijdelijke werkplekken zijn. Het gaat niet om tijdelijke vacatures. Daarover is er in DNA geklaagd door ettelijke DNA-leden. Opvallend is wel dat de teneur in DNA, ondanks dat de uitzendkrachten in DNA geen stem hebben, er een is waarbij er veel aandacht is voor de belangen van de uitzendkrachten. Op zich geeft dat wel aan dat de DNA-leden vanuit een besef uit de Grondwet handelen door de kant te kiezen van de kwetsbare groep die in Suriname overigens geen stem heeft.
Er is in DNA aangehaald dat de uitzendkrachten in Suriname niet in een vakbond zijn verenigd, er zijn geen vakbonden of personen uit de vakbeweging die door deze groep opkomen. Overigens is de kwetsbare positie in DNA wel duidelijk aan de orde gekomen.
De lonen die in DNA zijn aangehaald en naar verluidt zou er gesproken worden vanuit hard bewijs, zijn zeer schokkend. De aanduiding slavenarbeid is niet zomaar in DNA gevallen. Wij menen dat het niet de eerste keer is dat deze uitdrukking wordt gebruikt. Er is vanuit de DNA-leden tevredenheid geuit over de wetgeving die ooit in Suriname is geproduceerd om uitzendkrachten te beschermen. Deze groep wordt al jaren misbruikt door niet de kleine bedrijven, zoals blijkt uit de informatie in het land. Dat zijn bedrijven die totaal geen aanleiding hebben om op arbeidskosten op deze wijze te besparen. Een groep die van deze uitbuiting meelift, zijn de uitzendbureaus.
In de kleine Surinaamse samenleving is het bekend dat grote bedrijven burgers en hun connecties aanzetten om uitzendbureaus op te richten. In de normale situatie worden uitzendbureaus gericht als puur initiatief van personen. Het wordt niet direct gestimuleerd door bedrijven die een vehikel zoeken en deze ook helpen creëren om goedkope arbeidskrachten in te lenen. Uitzendkrachten zijn te vergelijken met puzzelstukjes die passen in het personeelspuzzelstuk van een bedrijf. Uitzendkrachten vullen meestal posities in in vaste personeelsformaties en dat is dan weer geen tijdelijke arbeid.
Tijdelijke arbeid is er pas wanneer bedrijfsomstandigheden nopen naar extra formatieplaatsen of bij een tijdelijke lege personeelsformatie. Concreet komt het dan neer op een vraag naar verhoogde extra tijdelijke productie of op invallers die uitgevallen personeel moeten vervangen.
Kortom, wij zijn ook van mening dat uitzendkrachten niet moeten worden misbruikt als goedkope arbeidskrachten. Surinaamse arbeidskrachten hebben graag direct emplooi bij een werkgever met zekerheid. Surinaamse arbeidskrachten zijn niet graag uitzendkracht.
De marktsituatie is thans zo dat er een speler op de arbeidsmarkt is, die niet illegaal maar gereguleerd is: de uitzendbureaus. Deze collaboreren met bedrijven die willen bezuinigen. En zo ontstaat de win-win-situatie voor uitzendbureaus en bedrijven die inlenen.
De grootste verliezer is de groep zonder een zware lobby en dat is de werkzoekende. Door de uitzendbureaus die voor een deel zonder legitieme noodzaak op de arbeidsmarkt aanwezig zijn, zijn de kansen op directe werkgelegenheid bij de grote bedrijven in Suriname moeilijk geworden. Nu blijkt in DNA dat ook Surinaamse staatsbedrijven uitzendkrachten inzetten en waarschijnlijk ook misbruiken. De uitdaging is aan de regering om deze zeer kwetsbare groep te beschermen, ondanks dat ze geen stem heeft. De uitdaging is om waar aanwezig de malafide business terug te dringen.