Het herstel van Suriname komt volgens president Chandrikapersad Santokhi voornamelijk door de goede dialoog, en door in samenwerking te blijven met De Nationale Assemblee, de vakbeweging, het bedrijfsleven, religieuze en maatschappelijke organisaties, maar vooral door offers en voortdurend vertrouwen, van het Surinaamse volk.
De president had maandag 12 februari bezoek van de Deputy Managing Director van het IMF, Kenji Okamura en diens team, waaronder Afonso Bevilaqua, de Executive Director van IMF, die Suriname vertegenwoordigt in de IMF Board, en Anastasia Guscina, die deze maand de IMF-missie leidde voor de 5e evaluatie van het Extended Facility Fund (EFF) oftewel het herstelprogramma.
President Santokhi merkt op dat de steun, die Suriname van het IMF ontvangt, verder gaat dan geld. “Er wordt expertise beschikbaar gesteld. En hoewel het IMF bij uitstek gaat over monetaire en financiële zaken, blijkt er sterke aandacht te gaan naar thema’s, als goed bestuur, anti-corruptie en de sociale agenda.” Belangrijk is, volgens het staatshoofd, dat de bereikte macro-economische resultaten verder tastbaar gemaakt worden voor de gewone burger, in herstel van koopkracht, stabiele prijzen, verbetering van onderwijs, huisvesting en infrastructuur.
“We zijn goed op weg, en dat houdt in dat we nu kunnen teruggeven, vooral aan degenen die het zwaarst getroffen zijn”, aldus Santokhi. Hij kijkt uit naar de verdere samenwerking met het IMF, en vooral naar de positieve resultaten die deze relatie met zich meebrengt.