Vanuit de lucht zien ze eruit als enorme, cirkelvormige patronen gemaakt door buitenaardse wezens, maar in feite is het een eeuwenoude techniek die boeren hebben teruggebracht om de klimaatcrisis op de Andes-plateaus van Puno te bestrijden.
Op de grens van Peru en Bolivia beschermen de Waru Waru opnieuw de aardappel- en quinoa-gewassen zoals ze dat 2000 jaar geleden in de regio deden. “Het is een landbouwsysteem waarmee we klimaatverandering het hoofd kunnen bieden, die de seizoenen van het jaar heeft veranderd. Het is zeer nuttig in tijden van droogte en vorst”, vertelde boer Cesar Cutipa (42) aan het Franse persbureau AFP.
Puno ligt aan het Titicacameer, ongeveer 3.812 meter boven zeeniveau. Boeren hebben zes Waru Waru’s in de buurt gemaakt, in overstromingsgevoelige velden. Ze vormen een rechthoekig platform, waarop wordt geplant. De plantbedden, omgeven door water, zijn tot 100 meter lang, tussen de vier en tien meter breed en één meter hoog.
Het water rond de planten creëert een microklimaat, waarbij het overdag de warmte van de zon absorbeert en deze ’s nachts weer uitstraalt om vorst bij temperaturen onder het vriespunt te voorkomen. Het gebied is de thuisbasis van voornamelijk inheemse boerengemeenschappen, voornamelijk Quechua in Peru – en hoger in de Andes – en zowel Quechua als Aymara in Bolivia.