In het nieuws is gemeld dat de Surinaamse rijst besmet zou zijn met residu van chemicaliën die door de boeren worden gebruikt. Er is enkele dagen terug vernomen vanuit de boeren, dat hun rijst niet geschikt is voor export vanwege de hoge graad van sporen die in de rijst wordt aangetroffen. We hebben het gisteren hier gehad over de waterproblemen die ervaren worden in Nickerie, voor een deel zoals nu blijkt opzettelijk veroorzaakt door corrupte ambtenaren die nu thuis zouden zijn gezet.
De boeren hebben verklaard dat ze noodgedwongen meer dan normaal chemicaliën hebben moeten gebruiken, omdat er problemen waren met de irrigatie. Een boerenorganisatie heeft de ambtenaren van het ministerie van LVV de schuld gegeven van de kwaliteit van de rijst die uiteindelijk is geproduceerd dit jaar. De ambtenaren van het ministerie zouden op de hoogte zijn van het gevaar van de chemicaliën zoals het door de boeren zou worden gehanteerd door het gebrek aan water. De boeren nemen het de ambtenaren kwalijk dat ze niet zijn voorgelicht en gewaarschuwd omtrent de gevaren. De boerenorganisatie denkt zelfs, dat de ambtenaren niet geschikt zijn en niet op de hoogte zijn van de werking van deze gevaarlijke middelen. Boeren hebben voor een deel wel aanleiding om LVV te kwalijk te nemen, indien de advisering vanuit de LVV over de rijstbouw een bepalende factor is. Dat is wanneer de ambtenaren nauw betrokken zijn bij de rijstvelden in Nickerie.
Er is ook aanleiding om te klagen als de ambtenaren om de een of andere reden op de hoogte waren van de verhoogde inzet van giftige stoffen en niet preventief hebben ingegrepen. Ook is er reden voor ontevredenheid als de boeren expliciet de LVV-kantoren hebben benaderd voor advies en verkeerd advies hebben verkregen. Maar alles schuiven op LVV lijkt ons geen redelijke zaak.
De rijstbouw is een industrie van ettelijke decennia oud. De grootschalige inzet van chemicaliën en kunstmest is ook een jarenlange praktijk, het is geen nieuw fenomeen. Dat betekent dus dat boeren na al die decennia een zekere expertise en dus eigen verantwoordelijkheid behoren te hebben opgebouwd wat betreft de consequenties van het gebruik van deze middelen. En door deze decennialange praktijk kan zelfs geconcludeerd worden, dat de boeren zelfstandig hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de consequenties van het gebruik van deze middelen. De rol die dan overblijft voor de ambtenaren van LVV is een controlerende, corrigerende en eventueel een adviserende primair op verzoek van de boeren en secundair ambtshalve als ze grove schendingen van voedselveiligheid en Good Agricultural Practices.
Wat zeer bedenkelijk en verontrustend is, is dat er in het algemeen geen instituut in Suriname bestaat dat keurt wat aan lokaal geproduceerde en eventueel verwerkte voeding aan de consument wordt aangeboden. Er zijn riskante sectoren waar naar alle waarschijnlijkheid besmette producten aan de man worden gebracht. In de eerste plaats is het bekend dat boeren die groenten produceren chemicaliën gebruiken tegen ziekten en plagen en insecten. Deze middelen zijn zonder enige regulering te koop bij landbouwshops. Om een landbouwshop te draaien zijn er geen specifieke vereisten nodig.
De vraag rijst ook of er een instituut is, bijvoorbeeld binnen het ministerie van LVV, die controleert wat en onder welke voorwaarden aan de boeren wordt verkocht. Boeren zetten hun bespoten groenten af aan de kleine en grotere groentemarkten zonder dat er controles plaatsvinden. Ook bij de kweek van pluimvee en kleine en grote herkauwers worden er geen controles gedaan. Vlees van grotere herkauwers zouden wel worden gekeurd, maar het is een vluchtige controle. Het is niet bekend wat de kwaliteit van het Surinaamse vlees is in de slagerijen, omdat er geen labcontroles worden uitgevoerd. Hoe veilig zijn de kippen die door de Surinaamse kippenboeren levend of panklaar aan de man worden gebracht?
Het is over het algemeen zo dat er over voedselveiligheid in Suriname wordt gesproken, wanneer het buitenland onze producten niet wil accepteren. Nu is besmet Surinaams rijst aan de orde, maar wat hebben wij dan al die tijd geconsumeerd in Suriname wat betreft rijst? Is de lokale afzet ooit onderworpen aan controles voor voedselveiligheid? Wij vrezen van niet.
De vraag rijst ook of de boeren niet uit zichzelf een plicht moeten voelen, vooral de grote bedrijven, om in een gezamenlijk gerunde lab hun producten te laten keuren. Die maatschappelijke verantwoordelijkheid vloeit voort uit maatschappelijk verantwoord ondernemerschap, maar in Suriname moeten mensen altijd gedwongen worden om zich aan bepaalde standaarden te houden.
Het is opmerkelijk dat de boeren klagen over bemoeilijkte afzet van rijst op de best betalende EU-markt, maar dat de lokale consumptie onbesproken blijft.
Opmerkelijk is ook dat Surinaamse rijst met hoge residugehalte toch afgezet kan worden op minder strenge markten in bepaalde landen. De indruk bestaat dat kankergevallen in Suriname zijn toegenomen, en dat zou te maken kunnen hebben met de boerenpraktijken in Suriname. De consumentenorganisaties in Suriname zijn op dit stuk zeer stil. De ministeries van LVV en vooral Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken moeten een Warenwet Suriname en een Surinaamse Wareninstituut in het leven roepen die dan op de Surinaamse markt steekproeven neemt en bindende uitspraken kan doen. Op dit vlak is het gemakkelijk om samen te werken met de meer ontwikkelde landen.