In een recent interview met Rashid Pierkhan’s ‘Kal Aaj Aur Kal’, heeft Ronny Asabina, voorzitter van de politieke partij BEP en lid van De Nationale Assemblée (DNA), zijn diepe teleurstelling geuit over het huidige regeringsbeleid en het gebrek aan duurzame ontwikkeling in het binnenland.
Ondanks grootse beloften in het regeerakkoord van de huidige coalitie, blijven concrete resultaten en verbeteringen in het achterland uit.
Asabina schetst een somber beeld van de situatie in het binnenland, waar de oplossing van grondrechtenvragen, beloofd in het regeerakkoord, praktisch onzichtbaar blijft. Volgens hem laten de ministeries die verantwoordelijk zijn voor deze beleidsuitvoering, waaronder Natuurlijke Hulpbronnen, Regionale Ontwikkeling en Sport, Grondbeheer en Bosbeleid, en Justitie en Politie, het afweten. “Het is niet meetbaar, het is niet zichtbaar,” stelt hij, ondanks de verwachtingen die gewekt zijn met de ABOP, waarvan de voorzitter Ronnie Brunswijk vicepresident is.
Asabina wijst op verschillende falende ontwikkelingsinitiatieven, waaronder de slecht uitgevoerde decentralisatie die meer autonomie aan het binnenland had moeten geven en de zorgwekkende onderwijssituatie, waarbij kinderen in afgelegen gebieden toegang missen tot hogere leerjaren. Hij benadrukt ook de drastische stijging van de vervoerskosten en het gebrek aan adequate gezondheidszorg en infrastructuurontwikkeling.
Een specifiek pijnlijk voorbeeld is de prijs van basisbehoeften, zoals rijst en gascilinders, die in sommige delen van het binnenland exorbitant hoog zijn vergeleken met de prijzen in stedelijke gebieden.
“Mensen betalen 750 tot 500 SRD per gascilinder terwijl de minister van Natuurlijke Hulpbronnen een prijs van 150 SRD heeft beloofd voor het hele grondgebied van Suriname”, deelt Asabina mee, die dit als een vorm van discriminatie ziet.
De BEP werkt aan een masterplan voor het achterland, met als speerpunt verdere decentralisatie en empowerment van districten, naast de visie voor een nieuwe ‘groene stad’ in het groene hart van Suriname.
Dit ambitieuze project beoogt duurzame ontwikkeling te stimuleren, met respect voor de inheemse bevolking en de omgeving.