Naar aanleiding van de aantijgingen in de pers en (sociale) media naar de directieleden van de Regionale Gezondheidsdienst (RGD) is het noodzakelijk en wenselijk om de correcte toedracht aan de samenleving te doen toekomen.
Op 26 januari 2023 werd directieleden van de RGD aangezegd aanwezig te zijn bij de minister van Volksgezondheid. Bij deze gelegenheid werd onder de aanwezigheid van de directie, minister en zijn vertegenwoordiging, besproken dat er enige onregelmatigheden zijn opgevallen binnen de RGD. Vermeldenswaard is, dat de directie verrast was dat het stichtingsbestuur niet aanwezig was en de minister juridisch vertegenwoordigd was, terwijl de directie zelf zonder rechtsbijstand aanwezig was.
De minister gaf aan dat er gekozen wordt om een onderzoek te starten om deze onregelmatigheden te kunnen plaatsen en begrijpen. Vanwege de aard en strekking van het onderzoek, werd door de minister nadrukkelijk opgemerkt dat er persstilte in acht genomen zou worden. Immers lijkt het uit goed fatsoen ook terecht dat de onschuldpresumptie niet vertrapt wordt in de rechtstaat waar wij in leven!
Helaas heeft nog eens de professionaliteit geen stand kunnen houden, daar later op dezelfde bewuste dag de directieleden via social media onaangenaam zijn verrast dat er toch een mededeling is gedaan.
Moge het transparant zijn naar de samenleving dat de directie het laatste jaar met enige kunst en vliegwerk de gezondheidszorg heeft kunnen waarborgen. De zogenaamde “onregelmatigheden” zijn middels verscheidene onderliggende documentatie in detail te verantwoorden door de directie van de RGD. Immers had de directie enkele maanden terug zelf wenselijk bevonden om een onderzoek te starten voor een goede kennis van het financieel beheer. Het schrijven ter zake naar de minister en het stichtingsbestuur aangaande het voorgaande behoeft geen geheim te zijn!
De directieleden betreuren het dat men via de pers en (sociale) media hen beoordeeld en veroordeeld.
Het gevolg van het voorgaande is voor de directieleden niet anders te beschrijven dan als aantasting van de goede naam en eer zonder dat het onderzoeksresultaat de aantijgingen bevestigen. De directie verleent elke medewerking tot transparantie die het onderzoek kan helpen geschieden.
De directieleden voeren om het bovenstaande, het algemeen verweer naar de gemeenschap dat besluiten gelegen in de financiële en non-financiële sfeer telkens afgestemd werden met het vertegenwoordigd stichtingsbestuur en transparant werd uitgevoerd. Herhaaldelijk wordt benadrukt dat voor elk financieel- en non-financieel besluit er relevante onderliggende documentatie conform geldende procedures binnen de organisatie gevolgd zijn en welke terug te vinden zijn in de administratie.
Als directie beschik je over een domein van bevoegdheden, en elke leider hanteert zijn eigen benaderingen hiervoor. Als hierdoor de organisatie op verschillende manieren dan ook de vruchten van plukt, moeten de leiderschapsvaardigheden worden gerespecteerd.
De directieleden vinden het daarom noodzakelijk de juiste toedracht ook van het onderzoek te delen met de samenleving. Voor zover zulks niet geschiedt door anderen, zal de directie het resultaat van het onderzoek afwachten en vervolgens juridische stappen ondernemen ter rectificatie van de goede naam en eer van de directieleden.
Onder dank aan een ieder die het recht en de waarheid nog respecteren en beginselen als hoor en wederhoor, alsook de onschuldpresumptie in deze democratische rechtsstaat niet met beide voeten vertrappen en in acht nemen!
RGD-directie