In het licht van de recente 11e Gemengde Werkgroepsvergadering tussen Suriname en Nederland, die plaatsvond op het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, is het belangrijk om te erkennen wat deze bijeenkomst heeft bereikt maar ook wat er ontbreekt.
Dit overleg, gericht op de terugname van wederzijdse onderdanen, markeert een voortzetting van de dialoog tussen de twee landen sinds het ondertekenen van een Memorandum of Understanding (MoU) in oktober 2008.
Op het eerste gezicht lijkt het erop dat er significante stappen zijn genomen. Er werd benadrukt dat er sprake was van goede samenwerking en openheid tussen beide landen op het gebied van de overname van irregulier verblijvende wederzijdse onderdanen. Echter, onder deze laag van diplomatiek optimisme ligt een ernstig gebrek aan specifieke, tastbare resultaten of toezeggingen uit dit overleg.
De werkelijke kwestie ligt in wat niet besproken is of niet is medegedeeld. Er is weinig gezegd over concrete maatregelen of projecten die zijn opgezet sinds de vorige vergadering. Hoe ver zijn we gekomen met betrekking tot de re-integratie van terugkerende Surinamers en Nederlanders? Is er vooruitgang geboekt in de verbetering van de menswaardige behandeling en opvang in het land van herkomst? Deze kritische vragen lijken onbeantwoord te blijven.
Hoewel beide partijen zich committeren aan een menswaardige behandeling en opvang van teruggenomen personen, blijft de afwezigheid van duidelijke successen of benchmarks zorgwekkend. Het is één ding om mooie woorden te spreken over samenwerking en openheid, maar zonder de ruggengraat van concrete voorbeelden die deze retoriek ondersteunen, blijven het lege verklaringen.
Evenzo, hoewel het doel om aan het einde van het jaar een succesverhaal te presenteren nobel is, mist het bericht details over hoe dit succes gedefinieerd en gemeten wordt. Zonder duidelijke mijlpalen of strategieën is het moeilijk voor de buitenwereld om het succes van deze inspanningen te beoordelen.
In samenvatting, terwijl de dialoog tussen Suriname en Nederland op het gebied van de terugname van wederzijdse onderdanen voortduurt, is het essentieel dat toekomstige communicatie zich richt op specifieke acties, projecten en meetbare resultaten. Zo niet, dan riskeren we dat deze vergaderingen niet meer zijn dan een herhaling van goede intenties zonder de noodzakelijke vooruitgang die beide landen graag willen zien.