De boerenprotesten die ooit begonnen in Nederland en waaruit de politieke partij Boer Burger Beweging voortkwam, is overgewaaid naar meerdere Europese landen. De boeren protesteren onder andere tegen de vele milieumaatregelen vanwege klimaatverandering en de vele regels die op hen van toepassing zijn. Het wordt in het algemeen aangeduid als protesteren tegen de regeldruk.
In Nederland wordt er op grote industriële schaal aan landbouw gedaan en ook in andere West-Europese landen. Daardoor wordt voorzien in de eigen basisvoedselbehoefte en ook aan de behoeften van de voedselindustrie die een heleboel luxe verwerkte voedsel en drank produceert. De schaalgrootte zorgt voor veel uitstoot. In de landbouw worden veel meststoffen gebruikt en er wordt ook nog steeds ontbost. Dat is allemaal niet goed voor het milieu. Bij de veeteelt zorgen de vele dieren ook voor veel uitstoot van allerlei gassen die ontstaan bijvoorbeeld uit mest. Om een kilogram vlees te produceren is een groot hoeveelheid water en ook land nodig. De oproep is daarom aan de wereldbevolking om minder vlees te eten. Ook is er een oproep om minder goed voedsel weg te gooien.
In Nederland zijn de boeren onder druk komen te staan, omdat ze in totaliteit, per hoofd van de bevolking maar ook per hectare land door de grote schaal, boven de norm aan broeikasgassen uitstoten. De regering van Nederland staat onder druk van de milieunormen van de EU. Die regels houden in, dat de regeringen de boeren met maatregelen ertoe moeten bewegen om de uitstoot gefaseerd naar beneden te brengen. Dat betekent dan dat de regering regels gaan opleggen aan boeren om bijvoorbeeld hun veestapel terug te brengen of om een deel van hun land niet te bewerken voor de productie zodat het bos ‘terugkomt’.
‘Land zoekt boer’ is de campagne van de Surinaamse ambassadeur in Nederland om de boeren daar uit te lokken om deze kant op te komen. Suriname is een carbon negatief land en heeft nog ruimte om op haar grondgebied carbon uit te stoten. Suriname zal bij grootschalige uitstoot van broeikasgassen dichter bij het nulpunt komen en misschien ook nog carbon positive worden. Het is een overweging voor Suriname om na te gaan wat ons meer voordelen oplevert. Surinaamse kan zich een bepaalde luxe niet veroorloven, omdat het land, alhoewel rijk aan natuurlijke hulpbronnen, een behoorlijk verarmd land is waar een groot deel van de bevolking onder de armoedgrens leeft. Het land heeft niet veel voordeel aan het behoud van het bos en het carbon negatief zijn. Er zijn actoren in Suriname die vanuit het buitenlands belang ontbossing voor landbouw tegengaan, maar dan rijst de vraag hoe Suriname een land kan worden als voedselschuur.
Voedselschuur wordt je door grote stukken land te bewerken. Soms moet het land worden opengestoten en dat betekent ontbossing. Aan de andere kant heet het dat Suriname de duurzame sectoren moet bevorderen en landbouw wordt gezien als een van de duurzame sectoren. De zaken staan dus op gespannen voet met elkaar.
Grootschalige landbouw zal in Suriname niet voorkomen waardoor boerenprotesten in Suriname ook niet tot de mogelijkheden gaan behoren. Maar het is toch interessant om de zaak van de protesterende boeren, nu ook in Frankrijk, even op de keper te beschouwen. Het aanscherpen van allerlei regels vanwege klimaatverandering, natuur en waterkwaliteit, is de rode draad in al die protesten. Analytici vinden dat er heel precies wordt voorgeschreven wat boeren moeten doen om een bedrijf te draaien. Bijvoorbeeld wanneer ze mest op het veld moeten aanbrengen, wanneer ze moeten zaaien en of ze wel of niet een boom mogen aanplanten. Dat wordt allemaal exact voorgeschreven. Al die precieze regeltjes komen ook aan het gevoel van eigenwaarde van de boeren. Ze hebben het gevoel dat ze worden behandeld als een klein kind. Maar ook leiden opgelopen kosten en lage opbrengsten tot onrust. Dat maakt het voor sommige boeren moeilijk om een fatsoenlijk inkomen te realiseren.
In Nederland en in sommige delen van Duitsland willen de boeren vooral geen rem op verdere groei en niet krimpen. Boeren willen door kunnen gaan met hun bedrijfsvoering zoals ze gewend zijn. Vaak wordt daarbij stikstof uitgestoten en worden pesticiden gebruikt. Er is een verschil met andere delen van Europa. Daar wordt meer geprotesteerd tegen globalisering van de voedselindustrie. Dat speelt bijvoorbeeld in Frankrijk, maar ook deels in Italië en Spanje. Zij eisen tot op zekere hoogte bescherming van de eigen markt. Omdat Nederland een open markt nodig heeft om te kunnen doorgroeien, is dit geluid in Nederland minder aanwezig.
Er is ook ontevredenheid over subsidies aan de boeren (hectarensubsidies) die per land kunnen verschillen. Deze subsidies worden soms verlaagd door de EU. Maar bij een forse verlaging komen zeker de grotere boerenbedrijven aardig in de knel. De kleinere boerenbedrijven hebben allang geleerd hoe ze hun kop boven water moeten houden. Die zijn namelijk al gewend om niet veel subsidie te krijgen. Vaak hebben zij er bijvoorbeeld al een nevenberoep naast.
les voor Suriname is dat klimaatregels op den duur ook hier zullen moeten worden uitgevoerd. Dat betekent dat ook Surinaamse producenten mogelijk aan meer strengere voorwaarden gaan moeten voldoen als ze vervuilen. Dan denken we bijvoorbeeld aan de wereldwijd gaande processen van energietransitie, het overstappen van koolwaterstoffen (aardolie etc.) naar groene vormen van energie. De regeldruk is op dat gebied geen ver van mijn bed show.