In de recente verklaring van vicepresident Ronnie Brunswijk over de aanbesteding van voedselpakketten in Suriname, geeft de regering aan ingrijpende maatregelen te nemen om de directe nood onder de bevolking te verzachten. Met de goedkeuring van SRD 80 miljoen voor het verstrekken van meer dan 53.000 voedselpakketten, erkent de regering de acute armoede die een significant deel van haar burgers treft.
Volgens een vooraanstaande econoom is de behoefte aan voedselpakketten een indicator van het fragiele economische draagvlak van de bevolking. “Het bieden van directe voedselhulp is een duidelijk signaal dat een aanzienlijk deel van de burgers in zulke precaire omstandigheden verkeert dat zij zonder dergelijke hulp niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien”, zegt de econoom. “Dit duidt op een zwak economisch weefsel waarbij de sociale vangnetten niet toereikend zijn of de economische groei onvoldoende inclusief is.”
De econoom voegt daaraan toe, dat hoewel de maatregel van de regering lovenswaardig is voor de korte termijn, de focus op langere termijn zou moeten liggen op het adresseren van de structurele problemen die armoede en ongelijkheid in stand houden. “Investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, en economische diversificatie zijn essentieel om te zorgen dat de toekomstige generaties van Suriname niet afhankelijk blijven van voedselpakketten maar op eigen kracht een welvarende samenleving kunnen opbouwen”, benadrukt de econoom.
De praktijk van het verstrekken van voedselhulp is niet uniek voor Suriname; vele landen wereldwijd hanteren vormen van directe ondersteuning, zoals voedselbonnen of gelduitkeringen, om de meest kwetsbare populaties te helpen. Toch bekritiseert de econoom het risico op corruptie die dergelijke programma’s met zich mee kunnen brengen. “Transparantie in aanbesteding en distributie is cruciaal om ervoor te zorgen dat de hulp bij de beoogde mensen komt en niet verdwijnt door oneigenlijk gebruik”, aldus de econoom.
De intentie van vicepresident Brunswijk om transparantie te handhaven en corruptie bij aanbestedingen te vermijden, is een stap in de goede richting. Toch is het volgens de econoom noodzakelijk dat er naast acute noodhulp ook wordt gewerkt aan een lange termijn strategie voor economisch herstel en sociale zekerheid, zodat de afhankelijkheid van voedselhulp minder wordt.
“Het is tijd voor een breed gedragen en duurzaam ontwikkelingsplan voor Suriname”, concludeert de lokale econoom.