De staatsbegroting voor het dienstjaar 2024 is donderdagavond met 28 stemmen voor en 12 tegen door het parlement goedgekeurd. In de uiteindelijke begroting zijn op diverse posten van verschillende ministeries verschuivingen van middelen doorgevoerd, waardoor voor sommige beleidsgebieden wat meer middelen zijn opgebracht. De verschuivingen hebben een begrotingsneutrale effect.
In totaal zijn er voor diverse begrotingsposten in totaal SRD 200 miljoen extra middelen opgebracht. Dit bedrag komt ten laste van de begrotingspost Onvoorzien van het ministerie van Financiën en Planning waarop aanvankelijk een bedrag van SRD 260 miljoen was opgebracht. De toekenning van extra middelen op diverse posten van ministeries kwam nadat tijdens de begrotingsdebatten Assembleeleden zich hebben beklaagd over de karige middelen die op diverse posten waren opgebracht.
Financiën-minister Stanley Raghoebarsing zei, dat de inkorting op de post Onvoorzien van zijn ministerie betekent dat indien er zich onvoorziene zaken voordoen, er nauwelijks of geen bewegingsruimte zal zijn. De resterende SRD 60 miljoen die op deze post wordt aangehouden is bestemd voor onder meer betalingen van lopende vonnissen.
De uitgaven van de overheid voor het huidig dienstjaar 2024 zijn geraamd op SRD 60 miljard, en de inkomsten op SRD 52.7 miljard. Het totaalbedrag aan lonen en salarissen is begroot op SRD 11.2 miljoen. Het begrotingstekort bedraagt SRD 7.3 miljard. Dit komt neer op 4,1 procent van het Bruto Binnenlands Product, BBP.
De oppositie (NDP en BEP) zegt tegen de begroting te hebben gestemd, omdat de regering verkeerde prioriteiten stelt met betrekking tot de beleidsprogramma’s. De economische hervormingsmaatregelen ingegeven door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) worden volgens de oppositie genadeloos door de regering doorgevoerd, zonder daarbij rekening te houden met de capaciteit en draagkracht van de samenleving.
President Santokhi zegt dat het beleid van de regering met de goedgekeurde begroting zich vooral zal richten op de beleidsgebieden woningbouw, volksgezondheid, onderwijs, veiligheid en sociale ondersteuning naar de samenleving toe.
SS