Onze vicepresident heeft zich weer in de kijker gespeeld en weer niet om de juiste gronden. Ten eerste heeft hij een lid van zijn partij in DNA gevraagd om een ander lid van DNA af te takelen. Ten tweede heeft de vp als betaling in een business een hoeveelheid goud ontvangen. Het zou de eerste betaling zijn van 2024. De vp van Suriname is in DNA een gast. Verder is hij een zeer hoge publieke functionaris. Zowel in DNA als daarbuiten is de vp altijd in functie. Hij kan zowel in als buiten DNA nooit zijn toevlucht nemen tot geweld. Het is best wel mogelijk dat ‘t(r)(o)obi’ in bepaalde culturen en waarden en normen een rol speelt, dus dat het een manier is om meningsverschillen op te lossen. Maar, het is geen algemeen geaccepteerde manier in Suriname om geschillen op te lossen. Het is dus onmogelijk dat de vp zijn tijd neemt en een hele pleidooi houdt gericht op geweld tegen een lid van DNA. Vooral als in bepaalde gemeenschappen en in bepaalde gebieden dat pak slaag heel laagdrempelig is.
De vp heeft namelijk zijn tijd genomen om een partijgenoot op het hart te drukken om, wanneer een ander lid in het gebied is, dat ze wordt mishandeld. Wat het bedreigde DNA-lid moet doen, is een aangifte doen bij de politie. Door het bedreigde lid zijn confronterende zaken aangehaald over de handel en wandel van andere DNA-leden. Dat kan je alleen doen wanneer jij zelf je niet schuldig hebt gemaakt aan boeverij, wanneer men geen onterechte zaken heeft aangenomen of zich onrechtmatig heeft verrijkt. Er zijn DNA-leden die dat niet kunnen.
Het is opvallend dat tijdens deze laatste begrotingsbehandeling het vaak voorkomt dat DNA-leden de gedragslijn van andere DNA-leden aan de kaak stellen. Daardoor ontstaat in DNA een gespannen sfeer, maar DNA-leden moeten dit soort zaken zeker aankaarten.
Een andere heel opmerkelijke zaak waar leden andere DNA-collega’s hebben beschuldigd was het punt van het gratis tanken bij de benzinepompen van OW. Zo is in DNA aangehaald dat er DNA-leden zijn die onterecht gratis tanken bij de overheidspompen. Er zouden zeker 4 DNA-leden zijn die zich hieraan schuldig maken. Het gaat om 3 DNA-leden van de VHP en 1 van de ABOP/PL. 2 van de DNA-leden zouden afkomstig zijn van het district Nickerie. Dat is dan heel concreet geworden, zonder dat namen zijn genoemd. Deze DNA-leden hebben geen ‘persoonlijk feit’ aangevraagd om zich te verweren, dus dan is de kans klein dat ze zaken niet op waarheid berusten.
Alle zaken die in DNA worden aangehaald, is maar een deel van wat er gaande is in het Surinaamse overheidsapparaat. Het corruptieprobleem binnen de overheid en in de Surinaamse politiek is enorm. Corruptie bij aanbestedingen is norm geworden. Wij denken dat het OM handen en voeten tekort zal komen als ze alle corruptiezaken in Suriname moet onderzoeken. Er is tijdens een peiling in het Caribisch gebied gebleken dat Surinamers, meer dan anderen binnen de Caribbean, aangeven dat het niet normaal is dat er corruptie is binnen de overheidsadministratie. Maar terwijl de burgerij aangeeft corruptie als abnormaal te zien, zien we dat we top zijn wat betreft corruptie binnen de politie en douane en ook bij DNA-leden.
Met betrekking tot het goud dat de vp heeft ontvangen en die hij zal gebruiken om zijn politieke campagne te financieren in 2025, zijn wij de mening toegedaan dat het niet mag. Bij zijn inauguratie heeft de vp beloofd of gezworen dat hij niets hoegenaamd in dit ambt zal doen of nalaten, omdat hij van iemand enige beloften of geschenken zal aannemen, middellijk of onmiddellijk. De vp heeft dus door het accepteren van het goud zijn ambtseed overtreden. Wat is nu de consequentie voor een vp of president, als hij zijn ambtseed heeft overtreden? Die consequentie staat niet in de Grondwet, maar het kan een aanleiding zijn om een motie van wantrouwen in te dienen en in stemming te brengen in DNA. Als dat slaagt dan moet de functionaris geacht te zijn afgetreden.
De president en de vicepresident oefenen naast hun ambt geen andere politiek-bestuurlijke overheidsambten uit. Het is ze ook in de Grondwet opgelegd om geen functies in het bedrijfsleven of in de vakbeweging te bekleden en ook geen andere beroepen uitoefenen.
In het geval van het goud lijkt de vp een functie in het bedrijfsleven te vervullen, want hij krijgt naar eigen zeggen een eigen betaling van iets (een business) dat hij heeft helpen opzetten. De vp mag op geen enkele wijze deelhebber (aandeelhouder) zijn in enige concessie of onderneming van welke aard dan ook, in Suriname gevestigd of aldaar haar bedrijf uitoefenende. Met het accepteren van goud als tegenprestatie voor zijn actieve bemoeienissen, schijnt ook deze bepaling van de Grondwet te zijn overtreden. Wat zijn de consequenties van de overtreding van deze bepaling? Ook hier zijn het politieke consequenties die kunnen komen van een motie van wantrouwen.
De schending van deze bepalingen zijn potentieel bij de vp aanwezig geweest vanaf zijn aantreden. Het heeft niet tot consequenties geleid en het betekent dus dat een precedent is geschapen, waarbij de grenzen gesteld in de grondwet de facto zijn verlegd. Deze bepalingen dragen het risico een stuk dode letter te gaan worden.
Dat geldt ook voor de harde regel in de Surinaamse wetgeving dat politieke partijen hun bronnen van inkomsten publiceren. Niemand houdt zich aan deze plicht, met als gevolg dat in de afgelopen periode, regeringen van verschillende signatuur, steeds door sponsoren zijn gegijzeld. Het motief van de sponsors is in het geheel niet het behartigen van algemene belangen, maar het vergroten van het eigen vermogen. Deze twee belangen staan in het algemeen haaks op elkaar.