Archeoloog Santosh Singh: “Artefacten zijn belangrijk om te vinden, maar die moeten ook in context behouden worden” 

In het Nationaal Archief Suriname is nog tot en met 27 januari de expositie “Esthersrust: katoen aan de kust” te bekijken die de archeologische ontdekkingen van de voormalige katoenplantage belicht. Later dit jaar zal deze unieke tentoonstelling ook te zien zijn bij Museum Bakkie in Commewijne. Archeoloog Santosh Singh deelde met Dagblad Suriname enkele boeiende inzichten over zijn ontdekkingstocht door het verleden van de katoenplantage. 

“Esthersrust heeft mij uitgekozen”, zegt hij. In 2019 begon hij aan zijn masteropleiding aan de Universiteit Leiden, waarbij hij werd gevraagd plantage Esthersrust nader te onderzoeken. In januari 2020 betrad hij Esthersrust voor het eerst en voerde hij zijn eerste onderzoek uit, gevolgd door twee onderzoeken in 2021, en in januari 2024 voltooide hij zijn meest recente onderzoek. Tijdens deze periode werden meer dan 300 artefacten verzameld, variërend van glaswerk, hout, keramiek, pijpen, kralen, munten, bakstenen, diverse metalen tot verschillende gereedschappen. Opmerkelijk genoeg ontdekten ze zelfs goud, waaronder een oorbel.

Esthersrust

Als voormalige katoenplantage, onderscheidt Esthersrust zich als een unieke archeologische vindplaats in Suriname. In tegenstelling tot veel andere plantages, waar vaak slechts restanten van afgebroken structuren worden gevonden, biedt Esthersrust een venster naar het verleden. De ontdekking werd in 2014 gedaan door de Anton de Kom Universiteit van Suriname en de Archeologische Dienst, met de eerste cohort minor archeologie studenten van de Geschiedenisopleiding. In 2020 werd door de Archeologische Dienst in samenwerking met Museum Bakkie besloten de site te onderzoeken en beschermen. 

Artefacten 

“Als je aankomt is er een oceaan aan artefacten, je weet niet waar je moet beginnen”, benadrukt Santosh. Hij heeft opgemerkt, dat er elk jaar minder artefacten te vinden zijn. Volgens hem komt dat niet doordat het wordt weggespoeld door de oceaan, maar omdat er steeds meer modder is. “Je hebt een dertig jarige cyclus, waarbij de modderbanken zich verplaatsen”, zegt hij. 

Bijzondere vondsten 

Als archeoloog is het eigenlijk niet toegestaan favorieten te hebben, geeft Santosh aan, volgens hem zijn alle artefacten uniek en speciaal. Desondanks noemde hij enkele indrukwekkende vondsten. Zo trof hij een dobbelsteen aan, enig in zijn soort, vervaardigd uit gebakken steen. Een ander opmerkelijk stuk is het klavierslot, volledig gemaakt van hout, waarvan de kennis volgens archieven uit Afrika afkomstig is. Andere bijzondere vondsten zijn de ‘granmang oso’, een pijp met daarop de afbeelding van Napoleon, en een baksteen met de pootafdruk van een kat die zichzelf op zo een manier heeft vereeuwigd. 

Archeologische context 

Archeoloog Singh benadrukt niet alleen het belang van het ontdekken van artefacten, maar ook van het behouden van hun context. “Als ze uit context worden gehaald om te verkopen, zien ze er misschien mooi uit, maar ze verliezen hun archeologische waarde”, legt hij uit. Hij wijst erop dat mensen voorzichtig moeten zijn en niet zomaar dingen moeten oppakken. 

De site zelf is eveneens een vondst. Door de artefacten, archiefonderzoek en verhalen samen te voegen, ontstaat een samenhangend beeld van de historische situatie.

Erosie en toekomst 

De site van Esthersrust wordt momenteel bedreigd door erosie, wat de noodzaak van verder onderzoek benadrukt om manieren te vinden om dit waardevolle erfgoed te behouden en te beschermen. Het bijzondere aan Esthersrust is dat het slechts zes uur per dag toegankelijk is, omdat je rekening moet houden met het getij. Bij aankomst moet men wachten tot het water terugtrekt, en binnen zes uur komt het water weer terug, waardoor het graven niet kan. Men is beperkt tot wat de oceaan als het ware ‘opgraaft’, en dat is wat men kan  bestuderen. In dit geval fungeert de oceaan als de archeoloog, en het werk is echt een samenwerking met de krachten van de natuur. 

SD

error: Kopiëren mag niet!