In de Nationale Assemblee hebben de Nationale Democratische Partij (NDP) en de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) elkaar dinsdagmiddag flink bestreden tijdens de behandeling van de staatsbegroting.
Het begon allemaal tijdens de spreekbeurt van Claudie Sabajo, gekozen NDP-parlementslid uit Marowijne. Zij stelde, dat in de afgelopen jaren Marowijne een stiefmoederlijke behandeling heeft fekregen van de regering. Volgens haar is Marowijne het meest verwaarloosde district van het land. Nog tijdens haar betoog interumpeerde vicepresident Ronnie Brunswijk om duidelijk te maken, dat Sabajo het verkeerd had.
Volgens Brunswijk, die van Marowijne is, geniet het district bijzondere aandacht van de regering. “Ik ben van Marowijne, hoe kan het dat Marowijne geen aandacht krijgt, dat klopt niet”, zei hij. Hij somde enkele elektrificatie projecten van de Energie Bedrijven Suriname (EBS) op.
Rabin Parmessar, fractieleider van de NPD, reageerde fel hierop. Hij vroeg zich af sinds wanneer DNA-leden onderbroken worden door de president en vicepresident. Parmessar zei, dat de elektrificatie projecten door de NDP waren voorbereid en dat in zijn hoedanigheid als EBS-directeur hieraan was gewerkt.
In de interruptie ronde dienden ABOP-parlementariërs Edgar Sampie en Genevievre Jordan collega Sabajo van repliek. Volgens de leden van de ABOP is er juist veel werk verricht in Marowijne. Er zijn volgens Jordan gebieden in het district op het waterleidingnet aangesloten door de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM). Ook zijn huishoudens in het district Marowijne voorzien van stroom. Jarenlang zaten gebieden zonder elektriciteitsaansluiting. Sabajo gaf weer op haar beurt aanm dat het volk niet is vergeten dat ABOP-lid Sampie zichzelf heeft verrijkt met gronden. Zij bleef erbij, dat de uitgevoerde projecten in Marowijne door de vorige regering waren voorbereid.