Ingrediënten voor gelijkheid: Een nieuwe kijk op arbeid en productie
Inleiding
Politieke partijen en personen hebben altijd ideologieën gebruikt die al bestaan of overgenomen zijn van kolonisatoren, en deze naar eigen inzicht hebben aangepast zonder echt uniek te zijn. Deze systemen hebben gefaald om een eigen, succesvolle ideologie te creëren, resulterend in moreel en economisch stagnatie voor de natie. Veel mensen hebben het land al verlaten en anderen kunnen volgen als ze de kans krijgen. De schrijver wil in een serie artikelen bouwstenen voor een nieuwe ideologie presenteren, gebaseerd op de gedachtegang van een door de kolonisator vermoorde originele denker. Hierbij wordt de vraag gesteld of een politieke ‘messias’ succesvol welzijn en welvaart kan brengen, of ten onder zal gaan door machthebbers die vasthouden aan een falend systeem omwille van zelfbehoud in tijden van armoede.
Een terugkeer naar de basis voor economische rechtvaardigheid
Historische stappen in wetgeving omtrent arbeidsomstandigheden, eigendomsrechten en sociale zekerheid zijn onmiskenbaar vooruitstrevend geweest. Ze getuigen van een collectieve zoektocht naar een eerlijke relatie tussen produceren en consumeren, tussen eigenaarschap en werknemerschap. Toch leert een kritische blik dat de essentie van economische gelijkheid nog steeds ongrijpbaar blijft. Kunnen we, met de waardering voor historische vooruitgang in handen, de stap zetten naar een toekomst waar de economie niet langer gebaseerd is op loondienst, maar op rechtvaardige verdeling?
De status quo: Arbeid in wisselwerking met eigendom
Terwijl arbeidswetten en eigendomsrechten beogen werknemers te beschermen, blijft de realiteit dat ze vaak slechts dienen als pleisters op dieper liggende wonden in ons economisch systeem. De veronderstelde zekerheid die de staat biedt met zijn sociale voordelen en tussenkomsten, suggereert een gelijkheid die in werkelijkheid vaak vervormd wordt door machtsstructuren binnen politieke en economische entiteiten. We blijven loontrekkers, of we nu in overheidsdienst zijn of werken voor privébedrijven; ongeacht of het beleid zich links, rechts of in het centrum van het politieke spectrum bevindt.
Een fundamentele herwaardering van productie
De kern van de kwestie blijft de bron van het economische probleem: het concept van productie zelf. De derde universele theorie stelt voor om ons kijk op eigenaarschap te herzien en het loonsysteem af te schaffen ten gunste van een deel in de productie die alle deelnemers in het proces insluit – van grondstoffen tot de arbeider. Hierbij worden natuurlijke regels vooropgesteld waarbij elke factor in het productieproces, mens of materiaal, een evenredig aandeel krijgt.
Arbeiders, boeren en technici van de toekomst
Het gezicht van de arbeidersklasse verandert – technologische vooruitgang transformeert ongeschoolde arbeid in gespecialiseerde technieken. Vakbonden maken mogelijk plaats voor beroepsgroepen van ingenieurs en technici. Het lijkt onvermijdelijk dat de wetenschappelijke vooruitgang bepaalde banen zal laten verdwijnen, maar de mens blijft een essentieel element binnen de productie. En wellicht zullen nieuwe vormen van samenwerkingsverbanden en syndicaten hun plek innemen binnen de moderne productieomgeving.
Naar een socialisme van natuurlijke gelijkheid
Onze beweging naar een gelijkmatige verdeling van productiebeloningen, waar iedere bijdrage wordt gewaardeerd, roept op tot een nieuwe vorm van socialisme. Een socialisme dat niet gebaseerd is op staatscontrole of particuliere monopolisering, maar op een participatie die geworteld ligt in een fundamentele, natuurlijke gelijkheid. Dit is het toekomstbeeld dat de derde universele theorie voorstelt: een stabiel bouwwerk van samenleving waarin iedereen eet van de vruchten die men gezamenlijk teelt. Een economie die recht doet aan iedereen, los van de vertekening die de loop van de geschiedenis ons heeft gebracht. Laten we deze voorgestelde weg nader onderzoeken en zien of hier de sleutel ligt tot een toekomst waarin arbeid en productie hand in hand gaan met rechtvaardigheid en welvaart.
Humbert P.