Vanaf de Londense luchthaven Heathrow en de luchthaven Orly bij Parijs vertrekken op 21 januari 1976 gelijktijdig de eerste Concordes met commerciële passagiers. De vlucht van Londen was op weg naar Bahrein in de Perzische Golf, en de vlucht van Parijs naar Rio de Janeiro via Senegal in West-Afrika. Op kruissnelheid vlogen de innovatieve Concordes ruim over de geluidsbarrière met een snelheid van 2.100 kilometer per uur, waardoor de vliegreistijd met meer dan de helft werd verkort.
De vluchten waren het hoogtepunt van een twaalf jaar durende inspanning waarbij Engelse en Franse ingenieurs het moesten opnemen tegen hun tegenhangers in de USSR. In 1962, vijftien jaar nadat de Amerikaanse piloot Chuck Yeager voor het eerst de geluidsbarrière doorbrak, tekenden Groot-Brittannië en Frankrijk een verdrag om het eerste supersonische vliegtuig ter wereld te ontwikkelen. Het jaar daarop stelde president John F. Kennedy een soortgelijk Amerikaans project voor.
Ondertussen gaf Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov in de USSR zijn beste luchtvaartingenieurs de opdracht het Westen voor te zijn.
Op 25 juli 2000 stortte een Concorde van Air France 60 seconden na het opstijgen vanuit Parijs neer op weg naar New York. Alle 109 mensen aan boord en vier op de grond kwamen om. Het ongeval werd veroorzaakt door een kapotte band waardoor een brandstoftank scheurde, waardoor brand ontstond die tot motorstoring leidde. Het dodelijke ongeval – het eerste in de geschiedenis van de Concorde – luidde de teloorgang van het vliegtuig in.
Op 24 oktober 2003 maakte de Concorde zijn laatste reguliere commerciële vlucht.