Tijdens de Nieuwjaarslezing van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) op maandag 15 januari , sprak minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) de bestuursleden en overige aanwezigen toe namens president Chandrikapersad Santokhi.
Minister Ramdin presenteerde kort een drietal gedachten en visies met de wens dat er de komende periode over de onderwerpen zou worden nagedacht. Als eerste punt besprak de minister de Surinaamse realiteit. “Onze realiteit, is dat als wij allemaal onze rol en verantwoordelijkheid goed uitdragen en dat ons land een unieke en bijzondere gelegenheid heeft onze nationale economie naar een hoger niveau te tillen”, zei de minister.
Hij gaf voorts mee dat dit niet uit zichzelf zou gebeuren, maar dat het hoger niveau bereiken veelal afhangt van doelgericht handelen en dat het belangrijk is dat denken, handelen en gedrag wordt onderworpen aan een kritische analyse, eerlijke zelfreflectie en dan van daaruit een moderniseringstraject starten.
De bewindsman hield zijn gehoor vervolgens als tweede punt voor om te leren van de lessen, de positieve en negatieve ervaringen, van andere landen, die Suriname zijn voorgegaan, en in sommige gevallen niet de gewenste en beoogde ontwikkeling hebben doorgemaakt. “Dat is gratis inzicht!”, sorak de minister.
“Wij moeten ons niet blindstaren op olie en gas. Ons productief vermogen en verdiencapaciteit zal niet een afhankelijke moeten zijn van een sector, maar gebaseerd moeten zijn een gediversifieerde economie, gebruikmakend van onze andere beschikbare hulpbronnen zoals landbouw, veeteelt, visserij, toerisme, dienstverlening”.
Tot slot vroeg de minister zijn gehoor om een ‘glas-halfvol’ visie te hanteren. “Wanneer we kijken naar onze nationale ontwikkeling, ons herstel en de inspanningen die daartoe geleverd worden, laten we het beschouwen als een glas halfvol, niet op voorhand als een glas halfleeg. Met halfvol is er naar mijn gevoel een positieve, optimistische benadering van de situatie. Laten we die positieve en constructieve houding aan de dag leggen en laten we vertrouwen hebben in eigen kunnen. Staatsolie is het actuele bewijs dat we daartoe op basis van dit uitgangspunt in staat zijn.”