De kosten voor de aanleg van de weg Apoera-Nickerie staan niet opgenomen op de staatsbegroting voor het huidige dienstjaar. Het Assembleelid Iona Edwards (NDP) vroeg dinsdag tijdens de begrotingsdebatten in het parlement zich af door wie de kosten worden betaald. Ze heeft eerder vragen hierover gesteld aan de regering, doch nimmer antwoord vernomen.
De parlementariër zegt nu wel antwoord te eisen, vooral vanwege de geruchten die de ronde doen, dat concessies zijn verstrekt aan twee ondernemers als betaling voor de aanleg van de weg. Het zou ook nog om dezelfde ondernemers gaan die eerder tijdens de begrotingsdebatten zijn genoemd in verband met mogelijke corruptieve handelingen waar de minister van Openbare Werken en de president bij betrokken zouden zijn. Deze zaak is door een anonieme klokkenluider gedeponeerd bij de procureur-generaal.
Grondroof
Edwards geeft aan, dat hoewel de bewoners van het Kabalebo-gebied uitkijken naar de wegverbinding Apoera-Nickerie, ze aan de andere kant wel haar hart vasthoudt over de snelheid waarop grote lappen grond op ordinaire wijze door de Staat worden geroofd. “Terwijl het volk in de penarie zit presteert de regering het om hier en daar concessies te verdelen aan friends and family, zogenaamd in naam van public-private partnership (PPP) samenwerking”, aldus het Assembleelid.
De president zegt, dat door de aanleg van de weg Apoera-Nickerie 40.000 hectare landbouwgrond zal worden ontsloten. Edwards wil weten wie in aanmerking zullen komen voor deze gronden.
Van de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij wil de parlementariër vernemen wie bepaalt wie in aanmerking komt voor een stuk landbouwgrond als die ter beschikking worden gesteld aan het ministerie.
Mennonieten
Edwards zegt over kopieën te beschikken van zeker drie aanvragen voor grond in West-Suriname van elk 3.500 hectare. Haar fractieleider Rabin Parmessar had eerder tijdens de begrotingsdebattten het ook hierover gehad. Volgens Edwards hebben deze grondaanvragen blijkbaar te maken met de komst van Mennonieten. Dit lijkt op een slinkse manier om Mennonieten te faciliteren met grond, terwijl de regering het ontkent. Volgens een rapport, waarover zij beschikt, zou indicatief worden aangegeven waar gronden naar de Mennonieten gaan. Het zou om 451.000 hectare gaan die ter beschikking zou worden gesteld voor het uitoefenen van grootschalige landbouw. De regering ontkent in alle toonaarden dat het grond gaat geven aan de Mennonieten. Deze zouden de Mennonieten bij particulieren kopen.
Het Assembleelid verwijst naar een interview van een zeker Adriane Barbero, die partner is van Terra Invest, het bedrijf dat de Mennonieten heeft gebracht naar Suriname.
In het interview zegt de heer Barbero, dat hij juist werd benaderd door de regering van Suriname om de Mennonieten naar Suriname te brengen. De regering zou 300.000 hectare grond hebben aangeboden. In het interview wordt gesteld, dat de Mennonieten zelfs 1 miljoen hectare willen hebben. “Dit gaat ongetwijfeld gevolgen hebben voor onze 93% bosbedekking waar we zo trots op zijn”, zei Edwards. Ze wil weten wat precies de bedoeling is.
De verklaringen van de regering in deze kwestie zijn tegenstrijdig. Het Assembleelid zegt graag van de regering te vernemen wat hiervan waar is.
Edwards diende het rapport en het interview met Barbero in bij het parlement en vroeg Assembleevoorzitter Marinus Bee bijzondere aandacht ervoor.
SS
