Het Assembleelid Genevievre Jordan van de ABOP/PL-coalitiefractie heeft vrijdag tijdens de begrotingsdebatten in het parlement onomwonden gezegd niet voor de begroting voor het huidig dienstjaar 2024 te zullen stemmen indien de regering voor bepaalde beleidsprogramma’s van de verschillende ministeries geen middelen opbrengt. “Ik weet niet van de overige leden van de fractie, maar ik zal niet voor de begroting stemmen als de middelen niet op de begroting worden opgebracht”, betoogde de parlementariër uit het district Marowijne.
Ze had in haar betoog tijdens de begrotingsbehandeling het onder meer over middelen voor de afdeling Onderwijsinspectie, voor het instellen van een basis medische post in het ressort Wanhatti in Marowijne, voor het directoraat Agrarische Ontwikkeling Binnenland, en voor het doorgangshuis en de aanmeersteiger voor de veerverbinding te Albina.
Voor deze en nog andere beleidsprogramma’s zegt het Assembleelid al vier jaar lang tijdens begrotingsbehandelingen tevergeefs aandacht van de regering te hebben gevraagd. Het Marowijne district telt circa 20.000 inwoners, en ze zegt haast dagelijks te worden aangesproken over het feit dat er maar niets gebeurt met de aandachtspunten die aan de orde worden gesteld. Jordan schijnt er genoeg van te hebben, en staat deze keer erop dat de middelen wel worden opgebracht.
Het Assembleelid bleef in haar betoog vrijdag lang stil staan bij de problematiek van onderwijs in het binnenland. Al lange tijd zou er geen inspectie worden verricht op scholen in Marowijne, omdat de afdeling bij het ministerie van Onderwijs niet over transportmiddelen beschikt. Ze hield een pleidooi voor versterking van deze zo belangrijke afdeling voor de kwaliteit van het onderwijs.
Voor het beleidsprogramma nieuwbouw, herstel en rehabilitatie van scholen, internaten en onderwijsdienstwoningen vraagt Jordan een overzicht van welke scholen, internaten en dienstwoningen ter hand zullen worden genomen dit jaar. Er worden jaarlijks middelen voor dit beleidsprogramma op de begroting opgebracht, maar in Marowijne en het binnenland zegt ze daar in de praktijk weinig van te merken. De school te Abenaston noemt ze als voorbeeld. Die verkeert al enige tijd in een zodanige staat waardoor het niet geschikt is om adequaat onderwijs te verzorgen. De school kan praktisch worden afgeschreven en er zou een nieuwe opgezet moeten worden.
Bijzondere aandacht vraagt het lid voor de problematiek van boottransport. Doordat boothouders niet varen, omdat ze al voor maanden niet zijn uitbetaald, kunnen kinderen de school niet bezoeken. De situatie van het onderwijs in het binnenland noemt ze zorgwekkend.
SS
