In politieke kringen is het opvallend stil rondom de Nationale Democratische Partij (NDP) nu haar voorzitter, Desi Bouterse, een vonnis onder ogen ziet van 20 jaar gevangenisstraf.
Dit zwijgen wordt door politieke insiders niet zozeer toegeschreven aan de dreigende gevangenneming, maar meer aan de cruciale vraag hoe de partij vooruit moet zonder zijn langdurige leidersfiguur.
In de aanloop naar deze omwenteling is een houding van afwachtendheid waarneembaar binnen de gelederen van de NDP. Kaderleden en leden houden de adem in, niet uit vrees dat de partij onherroepelijk ten onder gaat, maar veeleer in spanning over wie het leiderschap op zich zou kunnen nemen en hoe de politieke koers vorm zal krijgen zonder meneer Bouterse aan het roer.
De beeldvorming van Bouterse die terug zou keren als voorzitter na een mogelijke gevangenzetting wordt door velen als onwaarschijnlijk beschouwd. Dit scenario zou een nieuwe bladzijde in de partijgeschiedenis omslaan, waarbij zijn aanwezigheid in coalitievorming tot dusverre vaak als een struikelblok is ervaren.
Bij een definitieve detentie van de heer Bouterse zullen de partijstatuten hoogstwaarschijnlijk vereisen, dat hij zijn positie als voorzitter neerlegt, een feit waar Bouterse zelf impliciet op wees door eerdere aankondigingen dat partijverkiezingen na de nationale verkiezingen zouden plaatsvinden. Het is evident dat zijn mogelijk fysieke afwezigheid partijbestuur en verkiezingsdeelname uitsluit.
Desondanks zou de partij niet per se afgeschreven hoeven te worden na het tijdperk-Bouterse. Zoals bij het recente succes van de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) te zien is, kan een verschuiving in leiderschap juist een impuls geven aan het draagvlak en een frisse wending betekenen voor partijideologie en -strategie.
Vooralsnog wachten ambitieuze NDP-leden met leiderschapsaspiraties de afloop van de stilte af, gereed om na het tot bedaren komen van de storm hun visie en stem te laten gelden binnen de partij en het politieke toneel van Suriname.