Bij de bouw van de brug over de Corantijntivier is besloten om af te stappen van de methode van financiering op basis van public-private partnerschap (PPP). Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken zei maandag op een regeringspersonferentie, dat bij laatste aanbesteding voor PPP-financiering, bedrijven prijzen hebben aangeboden die 5 maal hoger liggen dan wat de bouwprijs van de brug werkelijk is. Vijf toonaangevende bedrijven hebben meegedaan aan de inschrijving.
Eerder heeft een onafhankelijk consultant, het ingenieursbureau WPS Caribbean, de totale kosten voor de bouw van de brug over de Corantijnrivier geraamd op ruim USD 611 miljoen. De werkelijke bouwkosten worden geschat op iets minder dan USD 500 miljoen.
In een eerdere fase was er een aanbesteding gehouden waarbij bedrijven konden inschrijven voor de bouw van de brug. Daaruit is een laagste inschrijver gerold. Zonder aan te geven hoe hoog het laagste inschrijfbedrag is, zei de OW-minister dat op dit moment concreet een bouwprijs op tafel ligt. Aan de regeringen van Suriname en Guyana zullen de respectieve OW-ministers het voorstel doen het pad van PPP-financiering te verlaten en uit te kijken naar externe financiering voor de bouw. Daarbij wordt uitgegaan van het laagste inschrijfbedrag voor de bouw.
De technische details van de te bouwen brug zijn ondertussen bekend. De brug krijgt 119 overspanningen, zal 12.4 meter breed zijn, en een rijbaan hebben van 10.05 meter, inclusief rijstroken en bermen. De geschatte duur van de werkzaamheden is drie jaar.
De regeringen van Suriname en Guyana hadden eerder gehoopt het contract voor PPP-financiering in oktober vorig jaar te hebben getekend en nog voor het einde van het afgelopen jaar met de bouw te beginnen. Vijf toonaangevende bedrijven hadden meegedaan aan de aanbesteding voor PPP-financiering.
SS