Venezuela heeft een uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof, die schuldeisers toestemt deel te nemen aan de verkoop van CITGO-aandelen, verworpen. CITGO is een dochteronderneming van het Venezolaanse staatsoliebedrijf PDVSA, gevestigd in de Verenigde Staten. De Venezolaanse regering beschouwt deze beslissing als onderdeel van een agressieve campagne die tot doel heeft het Venezolaanse volk te beroven van haar bezittingen.
Volgens de minister van Communicatie Freddy Ñañez, is het besluit in strijd met internationale normen die het vreedzaam samenleven tussen staten bevorderen. Ñañez veroordeelt ook de acties van de georganiseerde misdaadgroep die zich “de Nationale Vergadering van 2015” noemt, die sinds 2019 probeert de Venezolaanse staatsinstellingen en haar vertegenwoordiging in het buitenland over te nemen, en die noodzakelijke beschermingsacties voor CITGO hebben verhinderd. Dit heeft geleid tot een schending van overeenkomsten die zijn ondertekend in Barbados. De uitspraak kan gevolgen hebben voor een Venezolaans bedrijf met een waarde van 12 miljard dollar.