China en India zetten zich in voor een significante uitbreiding van hun maritieme capaciteiten, waarbij beide landen streven naar de lancering van hun derde vliegdekschip, een beweging die hun groeiende rol op het wereldtoneel symboliseert. China’s recent gelanceerde vliegdekschip, de Fujian, gemarkeerd door geavanceerde elektromagnetische katapulttechnologie, positioneert het land als een formidabele maritieme macht in de regio.
India daarentegen heeft twee operationele vliegdekschepen – de INS Vikramaditya en de inheems gebouwde INS Vikrant – en heeft plannen voor een derde. Dit is gedeeltelijk een reactie op China’s uitbreiding om de Indiase invloed in strategisch belangrijke maritieme gebieden te consolideren.
De Fujian, voltooid na een bouwproces dat in 2017 begon, vertegenwoordigt de mogelijkheid voor China om te concurreren met Amerikaanse vliegdekschepen van de Nimitz-klasse, hoewel zijn conventionele aandrijving beperkingen oplegt aan zijn operationele reikwijdte. Met zijn grootte en capaciteiten heeft het potentieel voor frontlinietaken, vooral in mogelijke conflicten zoals een scenario met Taiwan.
India observeert de uitbreiding van de Chinese marine en versterkt op zijn beurt zijn eigen zeemacht door vliegdekschepen strategisch te positioneren in de Golf van Bengalen en de Arabische Zee, waardoor het land klaar is om in te grijpen bij Oosterse bedreigingen, waaronder die van China.
De verhoogde focus op onderzeeërs en raketten door de VS en bondgenoten wijst op de cruciale waarde erkend in het tegengaan van de capaciteiten van vliegdekschepen zoals de Fujian. De voortdurende maritieme expansie van China en India in de Indo-Pacific benadrukt het belang van vlootgrootte, capaciteit en reikwijdte in de strategische wedloop voor dominantie in deze sleutelwateren.