De minister van Natuurlijke Hulpbronnen, David Abiamofo, wist zich maandag tijdens de eerste persconferentie van de regering dit jaar geen raad met kritische vragen vanuit de aanwezige mediavertegenwoordigers over de waterproblemen waarmee velen in de samenleving dagelijks kampen.
Het is inmiddels een bekend verhaal, dat veel burgers nauwelijks dagelijks kunnen beschikken over water uit de kranen en douches thuis. Veel buurten van Paramaribo hebben nauwelijks tot geen waterdruk. Overdag komt er geen druppel water uit de kranen. Burgers worden gedwongen om zelf ergens water te regelen, te kopen zelfs. Maar, de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM) weigert om over de brug te komen en al hun getroffen klanten financieel tegemoet te komen. Immers, ondanks het feit dat vele bewoners geen druppel water krijgen, moeten zij wel maandelijks hoge rekeningen voldoen aan de SWM. Op vragen hierover gaf de minister geen antwoord.
Regering maakt toegezegde US$ 7 miljoen nog niet over
Wel liet minister Abiamofo weten, dat de SWM in overleg is met het ministerie van Financiën over het verkrijgen van de in oktober vorig jaar door de regering toegezegde US$ 7 miljoen voor de SWM om dringende maatregelen te treffen in haar streven naar een oplossing in de waterproblematiek in bepaalde gebieden. Abiamofo zei, dat de middelen “nog niet beschikbaar” zijn gesteld.
Het is dus de regering die ervoor zorgt, dat de SWM nog niet kan beginnen met het oplossen van het waterdrukprobleem. Het is dus de regering die financieel niet over de brug komt en haar burgers zonder water laat zitten. En, dat terwijl de regering in oktober vorig jaar het deed voorkomen, alsof zij bovenop de SWM zit en directeur Clifton Lienga opdracht gaf om binnen drie maanden met een crisisplan te komen. Hoe het met dat crisisplan nu is gesteld is niet bekend. De redactie van Dagblad Suriname heeft dat gevraagd aan de SWM-directeur, maar een reactie is vooralsnog uitgebleven.
Het optreden van minister Abiamofo is verre van daadkrachtig te noemen. Hij zou alle ‘ins en outs’ van het staatsbedrijf SWM moeten kennen en hij zou ook op de hoogte moeten zijn van alle kritieken vanuit het volk over het in vele buurten ontbreken van voldoende waterdruk waardoor mensen zich nauwelijks kunnen baden, de was en vaat kunnen doen of naar het toilet kunnen gaan. Die kritieken zouden de minister moeten aansporen om een effectief en daadkrachtig beleid te voeren richting de SWM.
Mensenrecht afdwingen via rechter
Water is een mensenrechten recht. Dat recht is vastgelegd in allerlei internationale verdragen, waar Suriname aan gehouden is. Suriname schendt dat recht en die verdragen door vele bewoners niet de garantie te geven dat zij 24×7 kunnen beschikken over water uit hun kranen en douches. Feitelijk zou de SWM voor de rechter moeten worden gesleept om via die weg het staatsbedrijf te dwingen om in actie te komen en ervoor zorg te dragen dat al hun klanten iedere dag kunnen beschikken over water.
Het bedrijf is ook verre van klantvriendelijk. Klachten van klanten worden afgedaan met cliché, standaard, antwoorden. Op geen enkele wijze toont de SWM empathie met haar klanten, terwijl het juist die klanten zijn die het bedrijf drijvende houden. Het zou het staatsbedrijf sieren om eens hun door onvoldoende tot geen waterdruk getroffen klanten financieel tegemoet te komen door bijvoorbeeld de rekening van een maand te schrappen.
Maar, zolang de regering niet overgaat tot betaling van de in oktober vorig jaar toegezegde US$ 7 miljoen, zullen duizenden SWM-klanten verstoken blijven van water en moeten pinaren om her en der water aan te slepen, waar geen enkele vergoeding tegenover staat.
PK