De mensenrechtenorganisatie B’Tselem beweert dat Israël een oorlogsmisdaad begaat door de inwoners van de Gazastrook honger te laten lijden als gevolg van een beleid dat voedselvoorziening beperkt. De 2,2 miljoen Palestijnen in Gaza zijn hierdoor afhankelijk van externe voedselleveringen en kunnen amper zelf voedsel produceren. Het rapport van B’Tselem beschrijft een somber beeld van de situatie, met vernietigde landbouwgronden en gesloten fabrieken en pakhuizen ten gevolge van beschietingen, en tekorten aan voorraden, brandstof en elektriciteit.
Israël reguleert streng de invoer van voedsel naar Gaza, wat leidt tot extreme voedselschaarste. De organisatie klaagt dat mensen, inclusief kwetsbare groepen zoals kinderen en ouderen, lijden onder de huidige omstandigheden. B’Tselem dringt er bij de internationale gemeenschap op aan om actie te ondernemen, wijzend op de morele en wettelijke verplichting van Israël onder het internationaal humanitair recht om hongersnood niet als oorlogswapen te gebruiken.
Ongeveer 126 Palestijnen werden gedood en 241 raakten gewond in de afgelopen 24 uur, zei het door Hamas geleide ministerie van Volksgezondheid in Gaza dinsdag.
Israëlische functionarissen zeggen dat bij de door Hamas geleide aanslagen van 7 oktober in Zuid-Israël 1.139 mensen zijn omgekomen, onder wie 695 Israëlische burgers, waaronder 36 kinderen. Volgens het ministerie van Volksgezondheid in de door Hamas gerunde enclave zijn bij de daaropvolgende aanval van Israël op de Gazastrook minstens 23.210 mensen gedood en 59.167 gewond geraakt.
