Caricom zoekt tevergeefs naar oplossingen voor crisis in Haïti

De Caribische Gemeenschap (Caricom) leiders hebben recent hun bezorgdheid uitgesproken over de aanhoudende crisis in Haïti, waar grote delen van het land worden beheerst door gewelddadige bendes. Ondanks hun oproep tot een gecoördineerde aanpak blijkt er wereldwijd weinig animo te zijn om zich te wagen aan de problematiek van Haïti, een land dat kampt met extreme armoede en waar buitenlandse hulp tot op heden weinig succes heeft geboekt.

Wereldmachten zoals de Verenigde Staten, Brazilië, Canada en Frankrijk tonen tekenen van ‘Haïti-moeheid’ na talloze mislukte interventies. De desinteresse van rijkere landen in de Haïtiaanse crisis wordt verergerd door het ontbreken van aantrekkelijke natuurlijke grondstoffen in Haïti, waardoor er voor hen geen direct economisch voordeel te behalen valt.

De hoop was gevestigd op bemiddeling door de Verenigde Naties, maar ook daar is recentelijk een voorstel, ingebracht door Kenia, niet geslaagd.

De huidige Caricom landen beschikken niet over voldoende middelen om wezenlijke hulp te bieden. Het zal bij het praten blijven zonder acties.

De complexiteit van buitenlandse betrokkenheid in Haïti zonder rijke grondstoffen

De perceptie dat rijke landen minder geïnteresseerd zijn in een arm land als Haïti, omdat het geen rijke bronnen van grondstoffen bezit, is een argument dat vaak geuit wordt in discussies over internationale hulp en geopolitieke betrokkenheid. In tegenstelling tot andere conflictgebieden waar rijke landen mogelijk interventies plegen vanwege strategische belangen zoals olie, mineralen, of geografische ligging, lijkt Haïti op het eerste gezicht minder aantrekkelijk voor dergelijke interventie. Echter, deze zienswijze negeert de complexiteit van internationale relaties en de verschillende factoren die het buitenlands beleid van een land kunnen beïnvloeden, zoals humanitaire overwegingen, veiligheidsbelangen, politieke invloed en internationale verplichtingen. Hoewel Haïti mogelijk geen hotbed is voor grondstofwinning, is het niet juist om te stellen dat rijke landen geen interesse hebben in het land. Buitenlandse hulp en investeringen, hoewel soms problematisch en onvoldoende effectief, blijven bestaan en wijzen op diverse vormen van betrokkenheid.

Suriname

Suriname heeft bij monde van president Chan Santokhi aangegeven bereid te zijn een veiligheidsmacht te leveren als deel van een multinationale missie in Haïti. Desalniettemin bestaan er twijfels over de uitvoerbaarheid van dit aanbod gezien eerdere ervaringen en tekorten in eigen land. Deskundigen suggereren dat een betere optie zou zijn om militaire krachten in te zetten onder een VN-vlag die daartoe getraind en gefinancierd worden door de VN zelf. Tot op heden heeft geen van de Caricom-lidstaten, noch een andere regionale natie, een concreet aanbod gedaan aan de VN.

Tenslotte wordt de problematiek van Haïtiaanse immigranten in de regio benadrukt. Vele Haïtianen die als vluchtelingen naar omliggende landen, zoals Suriname, komen, blijken niet in deze landen te willen blijven en zoeken doorgaans naar mogelijkheden om verder te trekken naar Franstalige landen of de Verenigde Staten.

De historische wortels van de tragedie in Haïti

De ellende op Haïti is het resultaat van een lange geschiedenis van politieke instabiliteit, sociale ongelijkheid en economische onderontwikkeling. Het begon met de kolonisatie door Spanje en later Frankrijk, die de inheemse Taíno-bevolking decimeerden en Afrikaanse slaven importeerden voor suikerplantages. In 1804 werd Haïti, na een bloedige slavenopstand, de eerste zwarte republiek en de eerste onafhankelijke natie in Latijns-Amerika, maar deze overwinning werd overschaduwd door internationale isolatie en schulden voor herstelbetalingen aan Frankrijk.

De 20e eeuw kenmerkte zich door dictatoriale regimes, waaronder die van de Duvalier-familie, die corruptie, mensenrechtenschendingen en armoede verder in de hand werkten. De nasleep van deze regimes liet een zwakke staat en een gefragmenteerde maatschappij achter. 

Natuurrampen, zoals de verwoestende aardbeving in 2010, cyclonen en uitbraken van ziekten, hebben het land nog verder ontregeld en de infrastructuur en de economie zwaar beschadigd. Internationale hulp heeft vaak niet tot duurzame ontwikkeling geleid. Kortom, de ellende van Haïti is het gevolg van historische uitbuiting, misbestuur en herhaaldelijke catastrofes.

error: Kopiëren mag niet!