“De rechterlijke macht heeft zijn werk gedaan. Ik ga daarover geen mening geven. Ik wil niet op de stoel van de rechter gaan zitten”, zo reageerde vicepresident Ronnie Brunswijk op een vraag van media eerder deze week bij zijn Kabinet, over zijn stilte rond het eerder uitgesproken vonnis van het Hof van Justitie waarin Desi Bouterse als hoofdverdachte in het 8 Decemberstrafproces tot twintig jaar celstraf is veroordeeld.
“Ik bepaal niet of hij in de gevangenis moet gaan, ik zal rustig blijven. Elk mens heeft recht op gratie. Maar, hij moet het verzoek eerst indienen, dan pas kunnen wij erover praten.”
Ermee geconfronteerd dat Bouterse een oude vriend is van Brunswijk gaf de vicepresident aan, dat hij bij de eerdere veroordeling van Bouterse aan hem al had gesuggereerd om gratie te verzoeken. “Ik had Bouterse, destijds president, gezegd het is nu op jouw bord, in jouw handen. Je weet niet wat het komend jaar zal brengen. Maar hij was laconiek. Als hij gewild had, had hij gratie genomen. Hij heeft zelf geen gratie genomen. Nu schuift het op ons bord. Maar, wij zijn een regering en wij zullen ermee omgaan”, aldus de vicepresident.
Brunswijk gaf verder aan dat hij hoopt dat 2024 een jaar van voorspoed wordt. “Als wij alle tools krijgen, in het bijzonder financiën, hadden we met de ministeries die wij hebben, het land op een ander niveau gebracht.”
De uitdaging ligt volgens de vicepresident bij communicatie. Dat moet beter. “Met een betere verstandhouding met president Santokhi zal het geweldig gaan. Ik hoop dat wij conform afspraak verder gaan”, aldus Brunswijk deze week tegenover media bij zijn Kabinet.