In de laatste editie van het maandblad van de Surinaamse Vereniging van Economisten (VES) heeft de gerenommeerde vereniging enkele zeer markante punten en ontwikkelingen aangehaald die soms indirect met de economie te maken hebben, maar zeker zeer opmerkelijk zijn. Het is wel te waarderen dat de VES wanneer het gepast is, durft om op een ander niveau geen blad voor de mond te nemen. Dat maakt het blad wel toegankelijk voor niet-economen en zelfs voor de Surinamer met een redelijke ontwikkeling en zelfs de man van de straat. Zo ‘bestrijdt’ de VES terecht de quote “Friends and Family niet bij de ABOP” van de vicepresident ooit als antwoord op een vraag van een journalist in de wandelgangen.
De VES zegt terecht zonder zich in bochten te wringen dat de quote “Friends and Family niet bij de ABOP” een grote grap is en dat het niet op waarheid berust. In het stuk van de VES wordt verwezen naar een eerder artikel waarin men heeft geëxploreerd of de vicepresident de of een ‘aanjager’ is ‘van nationale ontwikkeling’. Het artikel moet een sarcastisch of satirisch karakter hebben gehad, het kan niet anders. Serieuzer zou het artikel zijn met als kop ‘De vicepresident als vernietiger van nationale ontwikkeling’.
In het eerdere artikel wordt geconcludeerd met de constatering van de VES dat de vp al 32 maanden medeverantwoordelijk is voor het beleid dat leidt tot steeds verdere verarming en verruwing van de samenleving. Ook wordt geconcludeerd dat de vp er weinig aan doet tot verandering hiervan. Het uitdelen van biljetten van honderd aan burgers is zeker geen duurzame oplossing, maar mensen die alleen op korte termijn denken – en dat zijn er nogal wat in Suriname – die vinden dit soort acties prachtig en een voorbeeld dat andere moeten opvolgen.
In bijna alle landen hebben we armoede, ook in landen als Nederland, maar waar zien we een lid van de regering zogenaamde mensen in nood zo beledigen en zich zo verheerlijken op social media? Het is beschamend en schaamteloos, maar het is bijna normaal geworden in bepaalde kringen in Suriname. Op social media worden de jonge ontvangers die in de rij staan en weggejaagd moeten worden, omdat ze blijven staan voor Sinterklaas om nog een paar biljetten te vangen, uitgelachen als de ‘ando mang’. Kortom de VES meent dat de vp kampioen (en dus geen semikampioen) is in “friends & family” benoemingen van deze regering. Deze benoemingen worden inderdaad door de samenleving ernstig afgekeurd. Dit omdat juist een vp als voorzitter van de Raad van Ministers “friends & family” benoemingen kan voorkomen en belemmeren.
Er is in de media verklaard dat het gehele – waarschijnlijk door een lening gefinancierde – Public Sector Reform (PSR) programma een grote grap is. Dit, omdat aan de ene kant gepoogd wordt om met vrijwillige opties de ambtenarij in te krimpen en aan de andere kant – naar wordt beweerd – er alweer sinds de verkiezingen al 8.000 ambtenaren in dienst zouden zijn genomen.
De minister van BiZa had in het begin van deze regeerperiode zijn mond vol van nieuwe aantrekkingen, maar hij presenteert in de eerste plaats geen cijfers waarmee hij zichzelf als voorbeeld stelt. Ten tweede heeft hij geen structurele wettelijke maatregelen getroffen, middels de laatste wijziging van de Personeelswet, om te voorkomen dat in 2025 zich weer dezelfde taferelen voordoen.
De VES memoreert terecht in haar artikel dat de voorzitter van de ABOP, tevens vp, vanaf het aantreden van deze regering meerdere van zijn kinderen geplaatst heeft op posities binnen de overheid en zijn jongere broer meerdere functies heeft toebedeeld. De VES citeert de vp die inderdaad heeft aangegeven “dati eng famiri musu njang tu”. De vp is daarbij onterecht ervan uitgegaan dat hij aan het hoofd staat van een officieel in de Grondwet erkend koninklijk huis en dat zijn familie derhalve aanspraak maakt op vergoedingen van staatswege, zonder dat ze echt daarvoor arbeid hoeven te verrichten.
Een ander interessant punt is de beoordeling van Suriname door kredietwaardigheidsbeoordelaar Standard & Poor’s. S&P heeft op 7 december 2023 een verbeterde kredietwaardigheid (rating) uitgebracht over de Surinaamse economie. Hiermee bevindt Suriname zich dus niet meer in de “selective default (SD)” status.
De VES schrijft dat de verbeterde rating het gevolg is van de overeenkomst die de regering heeft bereikt met de Oppenheimer bondholders over de aflossing van de Oppenheimer lening en ook de re-arrangements inzake andere Staatsleningen. Verder speelt de positieve vierde review door de IMF-staff op 4 december ook een doorslaggevende rol. Met de recente aanpassing door S&P is de kredietbeoordeling van Suriname dus verbeterd van “D” naar “CCC”. Hiernaast is het korte termijn vooruitzicht gesteld op “+” (positief). De S&P rating van Suriname is vanaf 7 december “CCC+”.
Het door kredietagentschappen gebruikte scoresysteem meet de relatieve waarschijnlijkheid van tijdige en volledige terugbetaling door landen met uitstaande commerciële kredieten. Zoals eerder aangegeven wordt een systeem toegepast uitgaande van letters, net zoals dat in bepaalde landen in het onderwijs ook gebeurt, waarbij in die gevallen een “A” als cijfer staat voor een zeer goed resultaat en “D” voor een zeer slecht resultaat. Wat dit alles op de korte termijn en de middellange termijn zal uitmaken, zullen we in de komende dagen merken. De VES kan in zijn januari-editie een vooruitblik presenteren.