Econoom Winston Ramautarsing: “Fundamentele problemen in economie niet aangepakt, maar vooruitgeschoven” 

Het is van cruciaal belang dat de regering onmiddellijk proactieve maatregelen neemt. Het ontwikkelen van een gedetailleerd veiligheidsplan, zoals voorgesteld door SHATA (Suriname Hospitality and Tourism Association), is een stap in de goede richting. Dit plan moet niet alleen zorgen voor betere bemanning van politieposten en het beschikbaar stellen van materieel, maar ook voor het gebruik van moderne technologieën zoals drones om de veiligheid te handhaven en te verbeteren. 

AKMOS (Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname), die ook partner is van de ASFA/Alliantie, wil haar stem laten horen en ondersteunt elke gezamenlijke actie om SHATA te ondersteunen en beleidsmakers te dwingen met verbeterde veiligheidsmaatregelen te komen. AKMOS vindt dat de huidige situatie een kritiek punt heeft bereikt dat onmiddellijke en gecoördineerde actie vereist. Het is onaanvaardbaar dat ondernemers, toeristen en burgers van Suriname worden blootgesteld aan dergelijke gevaren. Laten we samenwerken om een veilige, welvarende toekomst voor Suriname te verzekeren.

Oud-voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) Winston Ramautarsing zegt als econoom niet te kunnen delen in de euforie die er in regeringskringen heerst en waarin gesteld wordt dat het ergste in de financieel-economische crisis voorbij is. Dat is een leugen die men de bevolking probeert wijs te maken. De fundamentele problemen in de economie zijn ook in dit bijna afgelopen jaar niet aangepakt, en afgaande op het gevoerde beleid in de afgelopen drie en een half jaar ziet de econoom dat ook in 2024 niet gebeuren.

Hij verwacht dat het beleid van de regering het komend jaar een zal zijn van pappen en nathouden. En met de verkiezingen voor de deur ziet Ramautarsing het ook niet gebeuren dat pijnlijke maatregelen die economisch bezien noodzakelijk  nog getroffen moeten worden, zullen plaatsvinden. Het fundamenteel probleem in de economie is dat de overheid te veel uitgeeft dan dat het binnenkomt. Het land produceert te weinig en daardoor te weinig verdient om te kunnen besteden.

Productieverhoging uitgebleven

De economische groei van 2.3 procent waar men het over heeft komt niet doordat het land meer heeft geproduceerd. Dat komt vanwege de gunstige internationale prijzen van olie en goud. Dat is uiteraard positief, omdat er dan wat meer te besteden valt. Echter is dat volgens Ramautarsing in de economie niet iets waar je als land blijvend op kan rekenen, omdat het van externe factoren afhankelijk is en waar men geen controle over heeft. 

De bestaande kredietfaciliteiten voor de productiesector zijn absoluut niet voldoende om productiegroei tot stand te brengen. Daartoe zouden die faciliteiten vele malen verruimd moeten worden. Zoals de situatie nu is voor ondernemers en producenten is dat vanwege de wijze waarop de OMO’s (Open Markt Operaties) van de Centrale Bank van Suriname  worden uitgevoerd, de algemene banken zich niet geroepen voelen kredieten te verstrekken aan producenten. Banken beleggen hun gelden liever in OMO’s dan die tegen een veel lagere rentes aan kredieten aan producenten te verstrekken.

Een positieve ontwikkeling ziet Ramautarsing in de stabiliteit van de wisselkoers. Echter dat de inflatie van ongeveer 60 procent naar rond de 40 procent is gedaald, betekent nog steeds dat de bevolking in dit bijna afgelopen jaar gemiddeld 40 procent armer is geworden. Tenzij men een salarisverhoging heeft gehad van tenminste 40 procent. En dat is voor zover bekend nergens gebeurd het afgelopen jaar.

Begroting

Over de hogere uitgaven van de overheid ten opzichte van wat het aan inkomsten binnenhaalt wordt verwezen naar de begroting van 2024. Daarop zijn de overheidsuitgaven geraamd op rond de SRD 60 miljard, terwijl het aan inkomsten slechts SRD 42 miljard binnen zal krijgen. Wat fundamenteel dient te gebeuren is dat de uitgaven omlaag gebracht moeten worden en de inkomsten verruimd. Er zullen daartoe nog meer pijnlijke maatregelen genomen moeten worden. Om dat te illustreren wijst Ramautarsing erop, dat de huidige tarieven van bijvoorbeeld elektriciteit en water slechts een derde van de werkelijke kosten dekken.

De schuldenlast van de staat is er ook niet minder op geworden. Wat men gedaan heeft is dat men de terugbetaling vooruit heeft geschoven naar de volgende regeringen. Er is bovendien ook tussen de USD 600 en USD 800 miljoen meer geleend.

Ramautarsing zegt niet te willen stellen, dat hij pessimistisch is over de toekomst, maar maakt zich zorgen over het feit dat het nog enkele jaren zal duren voordat de welvaart van de bevolking zal zijn hersteld. De olieinkomsten zullen pas na 2028 binnen stromen. Tussen nu en dat moment zal het nog even duren.

SS

error: Kopiëren mag niet!