De rentelasten van de wekelijkse termijndeposito (TD) veilingen van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) bedragen met nog een laatste “extra” veiling vandaag, vrijdag 29 december, dit jaar ruim SRD 1,8 miljard. Vorig jaar bedroegen de rentekosten SRD 2 miljard en 9 miljoen. In 2021 zijn aan de deelnemende banken SRD 179 miljoen aan rentes uitbetaald.
De TD-veilingen als het belangrijk onderdeel van de Open Markt Operaties (OMO) van de CBvS zijn in juli 2021 geïntroduceerd. Het is erop gericht overtollig geldhoeveelheden in het bankensysteem af te romen. Het is bedoeld om SRD’s in circulatie in beheersbare hoeveelheden te houden, teneinde de inflatie te bedwingen.
Het jaar 2023 was voor de OMO’s het jaar waarin het in combinatie met andere maatregelen op monetair vlak en fiscale maatregelen van de overheid, gelukt is de inflatie onder controle te krijgen en deze langzaam naar beneden te drukken. De jaarinflatie zal naar verwachting dit jaar uitkomen op 39,3 procent. Het vorig jaar bedroeg de jaarinflatie 54,6 procent. In 2021 lag de inflatie nog rond de 60 procent.
Om tot het jaarinflatiecijfer van 39,3 procent in 2023 te komen is er wel een heel dure prijs voor betaald. In twee en een half jaar tijd hebben de OMO’s (TD-veilingen en uitgiftes van Centrale Bank Certificaten) in totaal circa SRD 4.7 miljard gekost, zijnde de rentekosten. Na geruime tijd om de hete brei te hebben gedraaid over wie deze kosten uiteindelijk zal betalen, kwam niet lang geleden de mededeling van Financiën-minister Stanley Raghoebarsing dat deze ten laste zullen komen van belastingbetaler.
OMO-critici
In het bijna afgelopen jaar zijn de kritieken op de OMO’s weer niet mals geweest. De kritieken spitste zich onder andere toe op het feit dat de algemene banken op een heel makkelijke manier flink aan de OMO’s hebben verdiend. Deze enorme winsten van de banken vertaalde zich niet of in onvoldoende mate in de debetrente van de banken naar hun klanten (burgerij) toe. Rentes van kredieten bleven hoog. Daarmee wordt de productie niet gestimuleerd. Deze houding van algemene banken wordt door OMO-critici als crimineel bestempeld.
Ook het Internationaal Monetair Fonds, IMF, is niet bespaard geworden van kritieken. Immers is het het IMF die de TD-veilingen heeft doorgedrukt. Ze had moeten weten dat de noodzakelijk voorwaarden niet aanwezig zijn voor een juiste marktwerking op de onderontwikkelde financiële markt in Suriname, waaronder die op het vlak van rentetransmissie.
De roep van de OMO-critici om andere manieren te vinden om overtollige geldhoeveelheden af te romen klonk ook in 2023 heel luid. Waar het daarbij echter aan ontbrak zijn concrete werkbare voorstellen en of oplossingen voor het vraagstuk van overtollige SRD’s in omloop.
Wat in 2023 ook duidelijk is geworden, is dat het abrupt stopzetten van de OMO’s, zoals die nu worden uitgevoerd, niet realistisch is. Stopzetting van OMO’s zoals die nu plaatsvinden zou betekenen dat de renteverdiensten van de algemene banken, zijnde een geldhoeveelheid van ruim SRD 4.7 miljard, plots in de economie terecht zullen komen. Dit zal tot ernstige verstoringen in de economie leiden met alle negatieve gevolgen van dien.
De uitvoering van OMO’s moet bijgesteld worden, en mogelijk met nog een monetair instrument erbij. Welk instrument dat moet zijn en in welke vorm dat moet gebeuren kunnen de monetaire autoriteiten nog steeds niet aangeven. Ook de OMO-critici niet. Wat ons rest te concluderen is, dat ook in 2024 de OMO’s voortgezet zullen worden.
SS