Elke Surinamer heeft recht op een stuk domeingrond 

                       Carlo Jadnanansing 

Resume: 

Iedere Surinamer heeft recht op een stuk domeingrond onder zakelijke titel. Het gaat dus om een recht en niet om een gunst. Iemand mag maar één grondhuurperceel verkrijgen met als bestemming bebouwing en bewoning. Betekent dit dat hij daarnaast toch nog in aanmerking komt voor toewijzing van nog een grondhuurperceel met een andere bestemming bijv. voor agrarische doeleinden? 

In artikel 2 Decreet Beginselen Grondbeleid (DGB) staat vermeld dat iedere Surinamer die tevens in Suriname woonplaats heeft, recht heeft een stuk domeingrond onder een zakelijke titel te verkrijgen. 

Onder domeingrond wordt verstaan alle grond waarop niet door anderen recht van eigendom wordt bewezen (artikel 1 DBG). Met een zakelijke titel (zakelijk recht) wordt bedoeld een recht dat samenhangt met een zaak of een goed en dus niet persoonsgebonden, maar vererfbaar en overdraagbaar is. 

In de Nota van Toelichting (NvT) behorende bij de zgn. Landhervormingswetgeving van 1982 wordt uitdrukkelijk gesteld dat het gaat om een recht en niet een gunst! Dit betekent dat het verkrijgen van een stuk domeingrond indien nodig, in rechte kan worden afgedwongen. 

Artikel 6 lid 1 DBG geeft aan dat domeingrond uitsluitend in grondhuur kan worden uitgegeven. In 2003 is er echter een vierde lid toegevoegd waarin gesteld is dat domeingrond ook in eigendom kan worden overgedragen. 

Uitgifte in eigendom moet onderscheiden worden van conversie. Met dit laatste begrip wordt bedoeld het omzetten van grondhuur cq erfpacht in (B.W.)eigendom. 

Artikel 1 lid II sub 5 Decreet Uitgifte Domeingrond (DUD) geeft aan dat bij de aanvraag van grond ter bebouwing en bewoning niet meer dan één toewijzing per persoon zal kunnen plaatsvinden. 

De vraag die in dit verband rijst is of slechts toewijzing van één stuk domeingrond per persoon mag plaatsvinden of dat meerdere toewijzingen mogelijk zijn. Dit omdat in het laatstgemeld artikel vermeld staat dat als het gaat om de bestemming bebouwing en bewoning, maar één toewijzing per persoon kan plaatsvinden. Zou het mogelijk zijn dat aan dezelfde persoon nog een stuk domeingrond wordt toegewezen indien het gaat om een andere bestemming dan bebouwing en bewoning bijv. voor agrarische of commerciële doeleinden? De vraag is wat precies de bedoeling is geweest van de (revolutionaire) decreetgever uit 1982. 

Hiervoor kunnen wij te rade gaan bij de NvT. Maar tevens kan hiervoor ook het document Contouren van het Nieuwe Grondbeleid (4 november 1982) geraadpleegd worden. 

In de NvT staat bij artikel 1 op niet geheel duidelijke wijze dat de beperking in punt 5 vermeld niet geldt ten aanzien van domeingrond die anders dan voor bebouwing en bewoning kan worden aangewend. Betekent dit dat een grond uitgegeven voor bebouwing en bewoning ook voor andere doeleinden mag worden aangewend? Het uitgangspunt van de wet is juist dat indien een grondhuurperceel is uitgegeven voor een bepaald doel, bestemmingswijziging alleen mag plaatsvinden met toestemming van de Staat (artikel 8 DBG jo artikel 19 lid 1 DUD). Het kan echter ook betekenen dat indien iemand een grondhuurperceel verkregen heeft voor commerciële doeleinden, hij toch nog in aanmerking komt voor toewijzing van een grondhuurperceel voor bebouwing en bewoning. 

Het is aan te bevelen dat bij wetswijziging duidelijkheid gebracht wordt op dit stuk.  

Opgemerkt moet worden dat artikel 2 DUD de mogelijkheid schept dat naast Surinamers als natuurlijke personen, ook aan in Suriname gevestigde rechtspersonen domeingrond kan worden afgestaan. Hierdoor is het mogelijk dat aan een natuurlijke persoon een grondhuurperceel is toegewezen en dat deze zelfde persoon als (enig) bestuurslid van een rechtspersoon – meestal stichting – nog een grondhuurperceel aanvraagt en toegewezen krijgt ten name van de rechtspersoon. 

Juridisch gezien gaat het om twee verschillende entiteiten namelijk de natuurlijke persoon (X) en de rechtspersoon (Y). Maatschappelijk gezien gaat het echter om dezelfde persoon die in verschillende hoedanigheden er toch in geslaagd is twee grondhuurpercelen te verkrijgen. Deze situatie heeft zich bijvoorbeeld voorgedaan bij de problematiek m.b.t. het veelbesproken Sabakuproject. Overigens zijn er m.b.t. dit project ook meerdere toewijzingen geweest aan een en dezelfde persoon. Dergelijke toewijzingen zijn in strijd met artikel 1 lid II sub 5 DUD. Er kan in dit geval ook geen beroep gedaan worden op het argument van verschillende bestemmingen, omdat het bij dit project slechts gaat om één bestemming: bebouwing en bewoning. Het blijft een probleem om alle mazen te dichten en de inventiviteit van de aanvragers moet niet worden onderschat. De enige mogelijkheid om alle vormen van fraude te bestrijden, is dat de overheid geen gronden meer om niet (gratis) afstaat maar een marktconforme vergoeding (koopsom) vraagt.

Slechts voor de minder draagkrachtigen moet de mogelijkheid geopend worden een stuk domeingrond om niet of tegen betaling van een matig bedrag te verkrijgen. Maar dit betekent dan ook het einde van het adagium: iedere Surinamer heeft recht op een stuk domeingrond.

error: Kopiëren mag niet!