Suriname heeft op de VN-Klimaattop COP28 in Dubai actief deelgenomen binnen de Alliantie van Kleine Eilandstaten (AOSIS), die ook betrokken is bij de onderhandelingen van de Groep van 77 (G77). Suriname vervult een leidende rol binnen de coalitie van de 77 ontwikkelingslanden. Minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft tijdens een persconferentie op 13 december gezegd, dat Suriname voornamelijk heeft gepleit voor eerlijkheid ten opzichte van kleine en kwetsbare landen.
Volgens de bewindsman pleit Suriname, samen met andere AOSIS-staten, voor rechtvaardige doelstellingen op het gebied van adaptatie, mitigatie, klimaatfinanciering, capaciteitsopbouw en overdracht van technologie. “Op het gebied van mitigatie heeft Suriname gepleit voor de bijdrage van bosrijke gebieden, zodat binnen de klimaat financieringsmechanismen ook aandacht wordt besteed aan natuurlijke reductie via bossen, en niet uitsluitend middels technologie. Er werd namelijk enkel gekeken naar mitigatie en reductie bij grote vervuilers die over de technologie beschikken om deze in te zetten.”
Kwetsbare landen moeten voornamelijk aan adaptatie werken, wat inhoudt het veranderen van methoden en het toepassen van nieuwe technologieën met name in de landbouw. Dit om voedselvoorziening te kunnen blijven garanderen ondanks de verschijnen van klimaatverandering.
Minister Dasai heeft laten doorschemeren dat het Groene Klimaatfonds middelen beschikbaar heeft gesteld voor de adaptatie van landbouw. Echter, om in aanmerking te komen voor geld is het noodzakelijk dat het verzoek wordt onderbouwd met gegevens uit onderzoeken die aantonen dat de adaptatie noodzakelijk is voor de landbouwsector. “We hebben niet de capaciteit om alle statistieken bij te houden”, meldt de bewindsman. Vanaf april 2024 ontvangt Suriname 10 miljoen Amerikaanse dollar voor het uitvoeren van de benodigde studies en het verkrijgen van cruciale data ter onderbouwing van de verzoeken.
“Wat betreft het Loss and Damage Fund heeft Suriname gepleit dat naast de Wereldbank ook de Caribbean Development Bank als tweede financiële instelling het beheer voert over de Loss and Damage fondsen”, aldus minister Dasai. Dit is eminent om te voorkomen dat er te lang op middelen moet worden gewacht als een kwetsbaar land als gevolg van klimaatverandering getroffen wordt door een natuurramp.