Volgens ministers Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning zal de regering het land geenszins opzadelen met schulden. De bewindsman heeft dinsdag 12 december twee leningsovereenkomsten voor een totaalbedrag van USD 170 miljoen getekend met de IDB-vertegenwoordigster voor Suriname, Adriana La Valley. Hij merkt op dat men zich terecht afvraagt of de regering niet te veel leningen neemt. Echter, hij benadrukt dat alle leningen in het traject met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) passen en ook goed met het fonds worden doorgepraat.
“Er is”, aldus de bewindsman, “geen sprake van dat Suriname wordt overladen met leningen”. “Ze lopen in goede gemeenschap met het IMF en zitten in het framework dat we met het IMF bespreken. Dus voordat wij leningen sluiten met de IDB, zijn ze goed doorgepraat met het IMF. Die is dus op de hoogte en heeft ze ook samen met ons doorberekend”, zo legt minister Raghoebarsing uit. Hij voegt eraan toe dat er niet onbezonnen leningen worden genomen om de middelen vervolgens op te maken aan lonen of luxe.
“Het belangrijke is dat je leningen goed besteedt en investeert in ontwikkeling van sectoren.”
IDB-vertegenwoordigster La Valley merkt op dat Suriname op het juiste spoor is. Ze zegt dat de IDB het land ondersteunt met financiële middelen en programma’s zodat er ook betere besluiten genomen kunnen worden. Een van de leningen betreft een bedrag van USD 150 miljoen ter ondersteuning van hervormingen op het gebied van overheidsmanagement en transparantie van bestuur. Voor de negende volks- en woningtelling in 2024 is USD 20 miljoen door de IDB beschikbaar gesteld. De IDB-functionaris zegt dat de steun aan Suriname ook bedoeld is om macro-economische stabiliteit tot stand te brengen. Zij spreekt van een sterk partnerschap tussen de IDB en Suriname.