Sinds de uitgifte van de Open Markt Operaties (OMO’s) hebben wij vanaf dag één aangegeven, dat dit een uitmelking van de gemeenschapsgelden is en wel op een zeer geraffineerde manier. Bij deze OMO’s heeft de Centrale Bank van Suriname (CBvS) dollars laten inleggen bij de bank voor korte termijnen met abnormaal hoge rentes van ruim 80%. Dit voordeel werd gegeven aan de lokale banken.
Hiervan hebben enkelen goed gebruikgemaakt en intussen ruim 4,5 miljard SRD aan rente verdiend, waarvoor niet geleverd is en geen enkel risico aan verbonden was.
Bij de invoering was Armand Achaibersing de minister van Financiën en de huidige minister van Financiën, Stanley Raghoebarsing, de president-commissaris van de Centrale Bank. De invoering door de Centrale Bank van Suriname heeft de zegen gehad van de huidige minister die toen president-commissaris was. Nu wordt de ‘gratis’ uitgegeven 4,5 miljard SRD genoemd als een dure les die het volk uiteindelijk zal betalen.
De verkwisting van 4,5 miljard SRD kan niet afgedaan worden met de woorden van een ‘dure’ les en het volk betaalt. Steeds werd beweerd dat dit plaatsvond op aandrang van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), wat weer is beaamd door de governor van de Centrale Bank van Suriname, Maurice Roemer.
Dit is het verschuiven van de verantwoordelijkheid van de bank naar een instantie die geen enkele vorm van rechtspostitie heeft in ons land. De Centrale Bank is ‘autonoom’, dus hoe kan deze onder druk zijn gezet?
Vanaf de aanvang van de invoering van de OMO’s heeft de coalitie in het parlement van deze OMO-misstand gewag gemaakt. Ook de president van het land heeft toen laten doorschemeren, dat ernaar gekeken moest worden. Echter heeft niemand een halt toegeroepen.
Werd de Centrale Bank van Suriname tijdens de vorige governor beroofd van miljoenen US dollars aan kasreserves zonder dat ook de toenmalige Raad van Commissarissen, mede verantwoordelijk hiervoor is gesteld.
Op klaarlichte dag, vlak onder onze neus, is nu 4,5 miljard SRD weggegeven aan financiële instellingen. Het Openbaar Ministerie moet in deze kwestie een onderzoek instellen, want het kan nimmer zo zijn dat omdat het om financiële instellingen gaat, alsook de moederbank, wij een pas op de plaats maken met een ‘dure’ les.”
Wat te doen tegen deze georganiseerde “dure” les?
Een financieel schandaal dat een Centrale Bank en lokale banken raakt, is een zeer serieuze zaak die grondig onderzoek vereist. Dit onderzoek vergt de betrokkenheid van meerdere autoriteiten en zal meestal verschillende fasen doorlopen. Allereerst zou er een vooronderzoek plaatsvinden waarbij informatie verzameld wordt uit openbare bronnen, tips van klokkenluiders en insiders om de omvang van het schandaal te begrijpen.
Nadien wordt een formele onderzoekscommissie of taskforce opgericht die bestaat uit vertegenwoordigers van relevante toezichthouders zoals financiële autoriteiten en fraudeonderzoekbureaus. De commissie krijgt de benodigde juridische bevoegdheden om informatie op te eisen en getuigen te ondervragen; dit kan het bevriezen van activa en het uitvaardigen van doorzoekingsbevelen en dagvaardingen inhouden.
Forensisch onderzoek speelt een centrale rol, waarbij specialisten in boekhoudkunde alle financiële transacties en documenten grondig onderzoeken. Ook worden interviews en getuigenverklaringen afgenomen van zowel huidige als voormalige werknemers en bestuurders.
Bij internationale transacties is samenwerking met buitenlandse instanties belangrijk. Tijdens het onderzoek worden tussentijdse rapporten opgesteld voor het publiek om de voortgang te communiceren en eventueel nieuwe informatie naar boven te krijgen.
In sommige gevallen worden publieke hoorzittingen gehouden om getuigenissen en bewijzen te verzamelen en te presenteren. De onderzoekscommissie zal aanbevelingen doen voor de vervolging van schuldigen en voor het treffen van maatregelen om soortgelijke schandalen te voorkomen.
Na afloop van het onderzoek zullen juridische stappen worden genomen tegen degenen die betrokken zijn bij het schandaal. Ook dienen er herstelmaatregelen getroffen te worden voor de geleden schade, inclusief het mogelijk compenseren van benadeelde partijen en het versterken van controle- en toezichtmechanismen.
Het is van groot belang dat het gehele proces transparant wordt doorlopen, om het publieke vertrouwen te behouden en de integriteit van het onderzoek te garanderen. Onafhankelijkheid, professionaliteit en het ontbreken van politieke inmenging zijn essentieel om tot een succesvolle afronding te komen en rechtvaardigheid te waarborgen.