De zaak tegen de dierenexporteur Z.J., en diens medewerker C.Y. werd gisteren, dinsdag, voortgezet. In deze zaak is nadien ook de tolk Y.J. aangehouden. Hierbij werd nog een laatste getuige gehoord. Alle verdachten wordt smokkel van beschermde dieren en overtreding van de Jachtwet ten laste gelegd.
De getuigende LBB’er (Dienst ‘s Lands Bosbeheer) had eerder verklaard dat hij sinds februari de informatie zou hebben gehad dat Chinezen in Suriname dieren zouden smokkelen. Hij zou contact hebben opgenomen met Brazilië, echter heeft zijn onderzoek niets opgeleverd. Volgens zijn verklaring is een Chinees met een Peruaanse nationaliteit de hoofdverdachte. Hij bevestigde dat hij een verzending van dieren door Z.J had meegemaakt en dat alles toen in orde was. Z.J. heeft ook alle nodige vergunningen.
Op de vragen van advocaat Chandra Algoe gaf hij toe dat de dieren gestolen zijn. Uit rapportage is gebleken dat van de 29 raven 24 zijn gestolen. Volgens de getuige werd LBB gebeld door de vicepresident die hen opdroeg om de dieren af te geven aan de eigenaar. Niet werd gezegd wie de eigenaar is. Op de vraag van Algoe waarom de dieren niet beter zijn beveiligd, gaf de getuige te kennen dat de dieren op een niet nader te noemen locatie werden gehouden, waarbij de kring van mensen die het adres kenden klein werd gehouden. Algoe stelde toen vast dat iemand uit deze kring het adres van de dieren heeft doorgegeven aan de dieven. Waarom is dan nog geen verdachte in beeld gebracht, vroeg Algoe.
Hierna voerde het Openbaar Ministerie (OM) het requisitoir en achtte de feiten bewezen en eiste voor alle 3 verdachten een gevangenisstraf van 12 maanden geheel onvoorwaardelijk, onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest doorgebracht en een geldboete van SRD 10.000 bij niet betaling te vervangen door 6 maanden hechtenis. De Officier van Justitie stelde dat de feiten ernstig waren, omdat het om beschermde diersoorten gaat. Suriname is partij bij het verdrag ter bescherming van dieren.
In haar pleidooi wees Algoe op de hype die het OM heeft gecreëerd waarbij de indruk werd gewekt dat het bedrijf van deze exporteur op de watchlist van Interpol stond, dat de zaak zo ernstig was en daarom niet met een boete kon worden afgehandeld. Dit bleek reeds op de vorige zitting bezijdens de waarheid te zijn.
Ook bleek de zogenaamde informatie dat Chinezen zich met smokkel van dieren bezighielden totaal niet waar te zijn.
Algoe voerde aan dat vooral Z.J. zonder enige grondslag is aangehouden. Het Openbaar Ministerie had bij eerdere verzoeken tot invrijheidstelling vage gronden aangehaald en beweerde dat Z.J. geen inspanning heeft gepleegd om te voorkomen dat strafbare handelingen werden gepleegd binnen zijn onderneming.
Z.J. werd op 4 augustus aangehouden, terwijl hij op weg was naar Guyana. Het blijkt uit zijn paspoort dat hij vaker naar Guyana gaat voor zaken. De advocaat betoogde dan ook, dat er geen enkele grond is om te beweren dat Z.J. doende was het land uit te vluchten. Ook had Z.J. de politie gemeld dat hij zou afreizen naar Guyana en mocht hij van de politie vrijelijk reizen.
Algoe wees erop dat geen enkel deel van de tenlastelegging bewezen is tegen Z.J. en vroeg hem integraal vrij te spreken. Ten aanzien van C.Y stelde de advocaat dat hij de dieren van ene Chen Qui heeft ontvangen en hem dus in ieder geval de niet opzettelijke overtreding verweten kon worden.
Advocaat Virendra Bhattoe en Prashant Baldew haalden ook aan dat de locatie waar de dieren zijn aangetroffen niet het bedrijf van Z.J. betreft. Zij hekelden ook het feit dat het OM zonder enige reden deze zaak niet met een geldboete wenste af te handelen en hierdoor de verdachten zo lang in hechtenis heeft gehouden.
Kantonrechter Duncan Nanhoe heeft na kort beraad de arbeider C.Y. veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 8 voorwaardelijk. De boete werd gemitigeerd naar SRD 5.000 bij niet betaling te vervangen door 1 maand hechtenis. Hiermee komt deze verdachte gelijk op vrije voeten.
De zaak tegen de dierenexporteur Z. J. en de tolk Y.J. werd niet bewezen geacht en zij werden vrijgesproken van de gehele tenlastelegging.
