Financiën-minister Stanley Raghoebarsing heeft dinsdag in het parlement de onthutsende mededeling gedaan, dat de miljarden aan rentelasten van de OMO’s (Open Markt Operaties) van de Centrale Bank van Suriname uiteindelijk door de belastingbetaler zullen worden betaald. De minister was gedwongen deze mededeling te doen na indringende vragen van NPS-fractieleider Gregory Rusland over hoe de miljarden rentekosten van de OMO’s (TD-veilingen en CBC) zullen worden gefinancierd.
Niet lang geleden heeft de governor van de Centrale Bank op een persconferentie verklaard dat de rentekosten van de OMO’s uit de winst- en verliesrekening van de Bank zullen worden betaald.
Naar aanleiding van deze verklaring vroeg Rusland tijdens de debatten in het parlement rond het wetsontwerp Toezicht Bank- en Kredietwezen, om een geruststellende verklaring van de regering dat de kosten van de OMO’s niet achteraf op de staatsbegroting worden opgebracht en aan het parlement zal worden aangeboden. En dat is precies wat gaat gebeuren, volgens de mededeling van de Financiën-minister gisteren in het parlement.
De minister legde uit dat de rentekosten van de OMO’s inderdaad ten laste komen van de winst- en verliesrekening van de Centrale Bank. Echter is de verdiencapaciteit van de Bank niet er naar, waardoor het verwachtbaar is dat de Bank de OMO-rentekosten zal leggen op het bord bij het ministerie van Financiën. Uiteindelijk zal het ministerie van Financiën de lasten moeten dragen, en daarmee dus de belastingbetaler. De reactie van assembleeleden op deze mededeling van de minister kon getypeerd worden als een van sprakeloosheid.
Dagblad Suriname heeft vanaf de introductie van de TD-veilingen (OMO’s) herhaalde malen aangegeven dat direct dan wel indirect het de bevolking is die uiteindelijk zal moeten opdraaien voor de rentekosten van de OMO’s. De termijndeposito veilingen (TD-veilingen) en de uitgifte van Centrale Bank Certificaten (CBC) kosten tot vorige een bedrag van SRD 4,5 miljard.
SS
