Bij het aantreden van de regering Santokhi-Brunswijk in 2020 werd de samenwerking tussen Suriname en Nederland op politiek niveau na zo’n decennia van stilstand weer geactiveerd. Via de accountantscontrole werd vastgesteld dat het saldo van de restant Verdragsmiddelen een bedrag van Euro 13.3 miljoen bedroeg.
Op verschillende niveaus werden de gesprekken opgestart over de inzet van deze restant Verdragsmiddelen. Op 2 juli werd de afspraak tussen president Chandrikapersad Santokhi en toenmalig Nederlands premier Mark Rutte bevestigd. Overeengekomen was dat Euro 8 miljoen zal worden geïnvesteerd in de volksgezondheid en Euro 5.3 miljoen in de productiesector.
De allocatie van de middelen ten behoeve van de gezondheidssector werd via de ondertekening van twee arrangementen geformaliseerd. Deze overeenkomsten werden getekend door minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning en de Nederlandse ambassadeur in Suriname, Walter Oostelbos.
Zorgautoriteit
Van de Euro 8 miljoen zal Euro 5 miljoen beschikbaar gesteld worden ten behoeve van de opzet van een zorgautoriteit om daarmee de gezondheidszorg te versterken. De zorgautoriteit is verantwoordelijk voor beleidsanalyses, beleidsadviezen en toezicht ten aanzien van specifieke beleidsgebieden.
De resterende Euro 3 miljoen wordt vrijgemaakt voor de aanschaf van apparatuur voor de gezondheidszorg. Het betreft het aanschaffen van essentiële kapitaalgoederen en apparatuur voor verschillende ziekenhuizen (Academisch Ziekenhuis Paramaribo, ’s Lands Hospitaal Paramaribo, Mungra Medisch Centrum) om daarmee de gezondheidszorg in de zin van beschikbare apparatuur voor de komende jaren te waarborgen. Het Ministerie van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van deze twee initiatieven.