Het hebben van zelfvertrouwen is erg belangrijk, het werkt positief door in alle aspecten van het leven. Sommige kinderen zijn van nature meer zelfverzekerd en hebben minder last van faalangst dan anderen. Een gebrek aan zelfvertrouwen ontstaat vooral door situaties waarin een kind zich niet veilig, verbonden of gewaardeerd voelt. Ook is het mogelijk dat ouders of school te veel van een kind verwachten.
Kinderen die zelfvertrouwen hebben, hebben meer kans om hun best te doen op school, volgens deskundigen. Eigenwaarde en zelfvertrouwen helpt kinderen om met fouten om te gaan. Het helpt kinderen om het opnieuw te proberen, zelfs als het in het begin niet wil lukken. Als gevolg daarvan helpt zelfvertrouwen het kind om beter zijn of haar best te doen op school, thuis en in de omgang met anderen. Kinderen met een laag gevoel van eigenwaarde voelen zich daarentegen onzeker. Ze kunnen het gemakkelijk opgeven, of het helemaal niet proberen. Dit is dus niet bevorderend voor het kind. Het ontwikkelen van zelfvertrouwen in het kind is dus een noodzakelijke stap in de ontwikkeling.
Kinderen worden niet geboren met zelfvertrouwen. Maar, hoe kunnen ze dat wel ontwikkelen? Ouders of leerkrachten doen er goed aan om de focus te leggen op wat wel goed gaat en minder de nadruk te leggen op wat niet goed gaat of wat ze niet kunnen. Complimenten zijn heel belangrijk. Ze geven een goed gevoel en dragen bij aan meer zelfvertrouwen.
Ook is het belangrijk om zelfstandigheid bij het kind te stimuleren. Kinderen krijgen meer zelfvertrouwen als ze merken dat iets, wat van tevoren moeilijk leek, toch lukt. Verder is het verstandig om het kind de ruimte te bieden om fouten te maken. Het kind moet namelijk inzien dat het niet erg is om te falen, zolang hij of zij er maar van leert.
Het is ook belangrijk om het kind niet te vergelijken met anderen. Ieder kind is anders en ontwikkelt zich in zijn of haar eigen tempo. Kinderen die zich onzeker voelen hebben vaak ook de neiging om voor alles bevestiging te vragen. Het is dan goed om niet rechtstreeks antwoord te geven, maar vragen aan het kind te stellen, waardoor hij/zij zelf leert nadenken en vertrouwen op zijn/haar eigen keuzes. Soms uiten kinderen zich ook door te zeggen “ik kan dit niet”. Ouders of leerkrachten doen er dan goed aan, om het kind voor te houden dat het wel lukt als het kind blijft doorzetten en oefenen.
“Mijn dochter was erg bang om fouten te maken”
Een moeder vertelt in gesprek met Dagblad Suriname, dat haar dochter eerst heel erg onzeker was.
“Mijn dochter was erg bang om fouten te maken. Dit kwam deels ook door een leerkracht van wie ze eerder les kreeg. Als ze fouten maakte, werd ze geschreeuwd. Maar ik hield haar voor, dat het oké is om fouten te maken, want zelfs volwassenen maken fouten. Door te leren uit je fouten wordt je eigenlijk steeds beter. Wat ik haar dagelijks mee geef is dat ze goed moet luisteren naar de leerkracht, zodat ze de opdrachten goed kan uitvoeren. Door te blijven oefenen met haar en steeds complimenten te geven, heb ik gemerkt dat haar zelfvertrouwen is gaan groeien. Vaak hebben ouders ook de neiging om hun kinderen te bekritiseren wanneer ze iets niet begrijpen of niet onder de knie kunnen krijgen. Maar dat draagt juist niet bij aan het zelfvertrouwen van het kind. Kinderen kunnen daardoor gaan dichtklappen en het gevoel krijgen dat ze niet goed genoeg zijn.”
SK