Op de VN-Llimaattop in Dubai (COP28) is het “loss & damage”-fonds officieel in gang gezet. Het fonds verzamelt geld om klimaatschade of verliezen in arme landen te compenseren. Het gaat om een historische beslissing, die onthaald werd op een staande ovatie van de bijna 200 aanwezige landen. Het was op de openingsdag teen een goede start van COP28.
Het loss & damage-fonds (fonds voor verlies en schade) was de grote trofee van de vorige klimaatconferentie, COP27 in Sharm-el-Sheikh. Er werd toen een akkoord gevonden over het principe om het nieuwe fonds op te richten, maar de praktische uitwerking moest nog volgen. Er vonden daarover gesprekken plaats in de aanloop naar deze COP. Zo werd onder andere beslist dat de Wereldbank het fonds voorlopig zou gaan beheren.
De verschillende deelnemende landen bespraken het onderwerp al op de openingsdag, met succes. En het ging heel snel, blijkbaar. Het fonds werd officieel in werking gesteld.
COP-voorzitter Sultan Ahmed al-Jaber was er als de kippen bij om het goede nieuws in de verf te zetten: “Ik feliciteer de partijen met deze historische beslissing”, zei hij. “We hebben vandaag een bladzijde geschiedenis geschreven. De snelheid waarmee we het hebben gedaan, is ongezien, fenomenaal en historisch.”
Volgens de net aangenomen tekst zal de Wereldbank het fonds de eerste 4 jaar beheren. Er was ook discussie over wie gaat moeten bijdragen en hoeveel. Rijke landen, met de VS aan kop, wilden niet verplicht worden om te betalen. Zij drongen erop aan om meer landen op te nemen in de lijst van donateurs. Er is nu sprake van vrijwillige bijdrages.
Het fonds wordt vanaf 2024 meteen operationeel.