In de moordzaak zonder lijk van de vermiste toerist rishi Parmessar heeft het Openbaar Ministerie (OM) donderdag 30 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen de verdachte Radjkoemar M. Tegen de verdachte Karin R. werd een straf van 9 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk geëist voor het wegmaken van bewijs. Karin is al door de Kantonrechter in vrijheid gesteld.
Op 17 december vorig jaar deed de familie van Parmessar aangifte van vermissing. Het was namelijk de bedoeling dat hij die dag terug naar Nederland zou vertrekken. Nadat hij werd opgehaald om naar de JAP Luchthaven te Zanderij te gaan, is Parmessar verdwenen en tot op de dag van vandaag onvindbaar
Karin, een goede kennis van de nog voortvluchtige verdachte Romeo, kwam in beeld, omdat uit onderzoek bleek dat zij hem naar Albina had vervoerd zodat hij via Frans-Guyana uit het land kon vluchten. Daarnaast heeft zij na de vlucht van Romeo de woning waarin hij verbleef grondig schoongemaakt en door hem achtergelaten spullen opgeruimd en bij het vuilnis gezet.
Verder is er een bebloed mes in het voertuig van Karin aangetroffen.
Voor de advocaten Raoul Lobo en Harold Belfor is het nog steeds niet duidelijk waarom een moordzaak wordt behandeld, terwijl er niet eens een lijk is. “Het OM heeft de man reeds dood verklaard, terwijl de man voor het civiele recht nog in leven is. De familie mag nog niet eens rechtsvermoeden van overlijden aanvragen”, gingen de advocaten verder.
Gebleken is dat de vermiste Parmessar een bedrag van 155.000 USD verschuldigd was aan Romeo. Romeo had vaker gedreigd dat hij Parmessar en zijn familie iets zou aandoen als deze hem zijn geld niet tijdig zou terugbetalen.
Een broer van Parmessar werd op een eerdere zitting als getuige gehoord en schrok enorm, toen de rechter hem voorhield dat de verdachten terecht staan voor moord op zijn broer. “U praat over moord, maar wij zijn er niet van op de hoogte dat mijn broer is vermoord. Niemand heeft ons wat gezegd, wij denken nog steeds dat hij vermist is”, sprak de door emoties overmande broer.
Op 25 januari 2024 zullen de advocaten het pleidooi voeren.