Consumentenprijzen zijn in oktober ten opzichte van september met gemiddeld 1 procent gestegen. Dit heeft het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) uitgerekend. De 1 procent maandinflatie over oktober is de laagste dit jaar. De hoogste maandinflatie dit jaar was die over april, namelijk 5,7 procent.
Het ABS houdt maandelijks de ontwikkelingen bij van consumentenprijzen door middel van de Consumentenprijsindex (CPI). De CPI is een maat voor de gemiddelde veranderingen in prijs van een naar kwaliteit en kwantiteit vast pakket aan goederen en diensten bestemd voor consumptieve doeleinden. Er zitten 316 items in de CPI pakket en prijsopnames worden verricht in Paramaribo en Wanica (bij circa 170 meetpunten), Nickerie inclusief Wageningen (bij circa 115 meetpunten), Coronie en Saramacca (bij circa 105 meetpunten),Commewijne (bij circa 120 meetpunten) en in Para (bij circa 120 meetpunten) bij een totaal van circa 630 meetpunten.
Laagste dit jaar
De inflatie over september bedroeg 1,5 procent. De maandinflatiecijfers vertonen de afgelopen maanden een dalende trend. Evenwel blijft de inflatie nog hoog. Vergeleken met oktober vorig jaar bedraagt de jaar-op-jaar inflatie 42, 9 procent. De inflatieverwachting voor eind van dit jaar is gesteld op 40 procent. Vorig jaar bedroeg de inflatie nog 54,6 procent en in 2021 keek de economie nog aan tegen een inflatie van 60,5 procent.
Recentelijk heeft Centrale Bank governor Roemer op een persconferentie gezegd dat de dalende trend van de inflatiecijfers en de stabiele wisselkoers waar sinds enige reeds sprake van is, het resultaat is van het monetair beleid van de Bank in samenhang met het fiscaal beleid van de regering. Het monetair beleid van de Centrale Bank is gericht op de beheersing van de hoeveelheid geld in omloop, zodat die in en juiste verhouding staat met de hoeveelheid vreemde valuta in omloop. Daarbij worden overtollige liquiditeiten afgeroomd. De wekelijks termijndeposito veilingen (TD-veilingen) is een van de instrumenten daartoe.
Het fiscaal beleid van de overheid is gericht op begrotingsevenwicht. Daarbij is het zaak dat niet meer wordt uitgegeven dan dat er aan inkomsten worden binnengehaald. De afschaffing van overheidssubsidies en de verhoging van belastinginkomsten moeten tegen deze achtergrond worden bezien. Met het gevoerde monetair- en fiscaal beleid, is het de verwachting dat het komend jaar de inflatie zal dalen naar rond de 20 procent en in 2025 verder naar beneden. Er wordt zelfs nu reeds gesproken van een “one digit” inflatiecijfer.
SS