Pieter Bol boeide dinsdag 21 november het publiek met zijn lezing “Waarom heet ik zoals ik heet”. De avond, georganiseerd in samenwerking met het Nationaal Archief Suriname (NAS) en de Stichting voor Surinaamse Genealogie, trok meer dan honderd geïnteresseerden, ver boven de verwachting.
Pieter verdeelde zijn presentatie in drie interessante delen. Hij begon met de geschiedenis van familienamen, waarbij hij onthulde dat het systeem van persoonlijke en achternamen niet altijd heeft bestaan. In Nederland hadden mensen oorspronkelijk alleen persoonlijke namen, een typisch Europees fenomeen. In Suriname, waar voorouders uit verschillende delen van de wereld samenkwamen, hadden inheemsen en mensen uit Afrika, India of Java oorspronkelijk alleen persoonlijke namen.
Een interessant aspect van de lezing was de uitleg over geïmporteerde Europese familienamen, zoals Wesenhagen, Halfhide (later veranderd naar Halfhuid), Nassy, De Meza en Samson. Pieter legde uit dat tot slaaf gemaakte Afrikanen bij aankomst een slavennaam kregen en pas na manumissie of emancipatie een familienaam aannamen. Tussen 1832 en 1863 mochten de manumissienamen niet overlappen met bestaande namen in de kolonie. Hierbij werden ook wel namen gecreëerd op basis van eigenschappen, zoals Knap, Kloek, Oprecht, en Tevreden. Opmerkelijk is dat in de periode tussen 11 mei en 1 juli 1863 de commissarissen meer dan 8000 verschillende en unieke namen toekenden.
De presentatie belichtte ook de ervaringen van Chinese, Hindostaanse en Javaanse immigranten. Chinese immigranten arriveerden met familienamen en een tot twee voornamen, bijvoorbeeld Wong Lun Hing. Pieter gaf aan dat bij de Chinese namen heel veel zijn ‘geromantiseerd’ van het Hakka naar het Latijns alfabet en de Hindostaanse en Javaanse namen heel wat veranderingen hebben doorstaan. Opvallend is dat een aanzienlijk aantal Hindostanen, namelijk 53.198 van de 63.770, tot aan het jaar 1950 geen familienaam had aangenomen. Een vergelijkbare trend werd waargenomen bij de Javanen, waar minder dan 500 van de 35.949 personen wel een familienaam hadden aangenomen.
De Hindostanen en Javanen hadden bij aankomst in Suriname alleen een persoonlijke naam. De later aangenomen namen waren meestal de eigen naam als familienaam en de naam van de vader als voornaam. Bij de Inheemsen kenden zij ook alleen persoonlijke namen, vaak wel meerdere en geheime namen. De bekende namen zoals Sabajo en Jubitana zijn later aangenomen.
Pieter bracht eveneens de invloeden van namen uit andere gebieden naar voren, waaronder Madeira, Portugal, West-Indië (Guyana en eilanden) en Libanon. Afsluitend bood hij de zeer geïnteresseerden tips en links voor het starten van hun eigen onderzoek naar de herkomst van hun familienaam.
SD