Suriname heeft het wereldnieuws gehaald met de mijnramp van illegale porknokkers op de concessies van Zijin in Saramacca. Er is een groot aantal doden te betreuren, een aantal personen wordt nog vermist. Uit de berichtgeving in de media blijkt dat de illegale goudzoekers op verzoek van Zijin uit het gebied waren weggehaald door de bevoegde autoriteiten. Echter zijn ze, nadat de manschappen van de regering waren vertrokken, weer terug gekomen en zijn ze weer begonnen met het illegaal en dus ook onveilig graven naar goud.
We hebben in Suriname verschillende incidenten gehad van het instorten van damwanden. Nu blijkt dat of een damwand of een tunnel in elkaar is gedonderd en dat mensen onder de aarde zijn bedolven. Ze zijn dan zodoende door verstikking omgekomen. Het is dus niet de eerste keer dat mensen zo hun leven hebben gelaten. Goudzoekers nemen al jaren een kans om aan goud te komen. Dat verkopen ze dan tegen valuta en ‘bossen’ ze het geld over het algemeen aan dure spullen, auto’s en veelwijverij. ‘M’o towe moni gi yu alla’ is trouwens een zinsnede uit een zeer bekend lied waar gesproken wordt over het strooien met goudgeld.
Bij de illegale goudontginning is er 1 belangrijke regel: er zijn geen regels. Alles gebeurt tegen de regels over belastingen, vergunningen, verzekeringen, kinderarbeid en veiligheid. Er is een Commissie Ordening Goudsector in Suriname (COGS) die eerst voorgezeten werd door een gladde prater en babbelaar. Er zijn hardnekkige geluiden dat de gladde prater uitgegleden is en aandeelhouder werd van de informaliteit en illegaliteit is beland. Van de COGS is niets meer vernomen en de indruk bestaat in de samenleving dat de COGS een structuur en werkarm is van bepaalde politici om hun deel van de goudkoek binnen te halen. Het is gewoon onduidelijk wat de meerwaarde is van de COGS voor de staatskas. Er is geen meerwaarde, anders zou het zijn bekend gemaakt.
Maar wat alles slaat is het besluit van de regering om de persoon die het minst in Suriname daarvoor in aanmerking komt, te maken tot voorzitter van de COGS: de vp. De vp is een persoonlijkheid die je moet inzetten om orde en overtreden van geschreven en ongeschreven regels te promoten. Het is geen persoonlijkheid die zich in zal zetten voor orde, althans geen structurele orde gebaseerd op wet- en regelgeving. Aanstellen van de vp als voorzitter van de COGS is te vergelijken met het aanstellen van een pedofiel als weesvader in een kinderhuis. Het is binnen en buiten Suriname duidelijk dat de vp een dubieuze rol heeft in de mining in Suriname. Er is sprake van grote belangenverstrengeling waardoor de man nooit als voorzitter van de COGS kan worden aangesteld.
De vraag is waarom de president zelf niet tot die inzichten kan komen. Met deze aanstelling heeft de regering een definitieve doodsteek gegeven aan de ordening van de illegaliteit en de informaliteit in het binnenland, maar in de rest van het land. Uit deze aanstelling blijkt ook hoe serieus de regering zichzelf neemt en of ze enige moreel-ethische standaarden voor zichzelf hanteert. Het lijkt allemaal op een moreel failliete aangelegenheid.
Uit eerdere berichtgeving blijkt dat 20.000 personen in de kleinschalige goudwinning (al dan niet illegaal en informeel) actief zijn. Als de helft daarvan twee vrouwen en 4 kinderen heeft, dan gaat het om 70.000 personen oftewel 15% van de Surinaamse bevolking. Door politieke onwil en sabotage en bestuurlijke onkunde en incompetente regeerders in de afgelopen 20 jaren is dit deel van de illegaliteit en de informaliteit uitgegroeid tot niet oplosbare proporties.
De oplossing van dit probleem zou zijn een grootschalige economische transformatie die betekent: goed betaalde alternatieve werkgelegenheid of klein ondernemerschap (duurzaam) voor 20.000 personen. De regisseurs van deze regering kunnen met deze relatief minuscule aantallen geen raad, terwijl ze aan dezelfde universiteiten hebben gestudeerd als de collega’s die miljoenen banen per jaar in hun land faciliteren.
Er heeft zich een ramp voltrokken, alweer een, en de vraag rijst wie in deze verantwoordelijk is. Ten eerste noemen we iedereen die de Operatie Clean Sweep in de periode 2005-2010 (onder president Venetiaan en JusPol-minister Santokhi) heeft bekritiseerd en daarmee een etnisch snaar heeft bespeeld. We noemen als concrete verantwoordelijken de NDP en haar DNA-leden, haar woordvoerder die nu een eigen radiostation draait, de ABOP, ex-Juspol-minister Edward Belfort en ABOP-voorzitter Brunswijk en alle DNA-leden die illegaliteit en informaliteit beschermen. Zij zijn de verantwoordelijken voor deze ramp, maar ook de vergiftiging van de inheemse bevolking in Suriname.
Maar door schuldigen aan te wijzen gaat er niets veranderen. Er gaat iets veranderen door dingen te veranderen. In Suriname moeten er drastische maatregelen worden getroffen om informaliteit tot veel kleinere proporties te brengen, onder de 10%. Er moet een aanmoedigingsbeleid met incentives en belastingamnestie komen om alle bedrijven over de streep te trekken. De regering gaat wat er tegenaan moeten gooien om dan uiteindelijk per saldo meer winst te boeken.
Suriname kan veel leren van de vele landen die succesvol hun grote informele en illegale sector hebben aangepakt. Het probleem in Suriname is dat een groot deel van de bevolking gelooft in ‘hosselen’: en dat is illegaal en informeel bezig zijn. Van de Surinaamse regering wordt verwacht dat die een gedoogbeleid erop na houdt. Want als dat niet het geval is, dan is de regering geen volksregering en de president geen volkspresident. De ramp is dus, hoe hard het ook klinkt, het gevolg van de opvattingen van de massa in de samenleving die denkt dat de regering mensen vrij moet laten. Wel, de regering heeft niet bemoeid en mensen vrijgelaten en het resultaat is dus om te treuren voor de mensen die menen dat er wat tegen de informaliteit moet gebeuren en tegen het vechten tegen leger en politie. Het resultaat is om niet te treuren voor de mensen die hosselen willen voortzetten.
In elk geval condoleren we weer een aantal gezinnen met het instorten van een damwand. Hopelijk vindt de volgende niet te snel na deze plaats, want… de kans is potentieel wel daar.